Ode aan Open Source

Tijd voor champagne! De afgelopen maand heb ik hard gewerkt aan de verhuizing van mijn site, weg uit WordPress, en naar een nieuwe, op maat gemaakte omgeving. Design en techniek zijn van eigen hand, en dat is ongetwijfeld hier en daar terug te zien. Ik ben geen full time developer, laat staan designer; maar zoals ik al eerder heb gemeld, vind ik het belangrijk om zo goed mogelijk inzicht te hebben in de technologie die ik dagelijks gebruik. En zeker als het gaat om het platform dat ik wil gebruiken om mijn meningen te delen, wil ik eigenlijk zo autonoom mogelijk zijn. Daarmee heb ik uitvoering gegeven aan het voornemen dat ik in in mijn vorige bericht heb geuit.

Deze site, de techniek erachter, is bijna helemaal met open source middelen opgebouwd. En nu het live staat, is dat een mooie aanleiding om even wat langer stil te staan bij dat wat het internet groot heeft gemaakt: de open source beweging. Laat ik even klein beginnen: de technologie achter deze site is, voor zover ik kan overzien, volledig via open source applicaties en scripts tot stand gekomen.

Mijn code-editor is VS-Codium, een branch van de bekende Microsoft-editor VSCode. Functionaliteit is exact dezelfde, maar MS heeft VSCode volgestopt met telemetrie - VSCode zendt continu gegevens naar Microsoft, de ontwikkelaars van VS-Codium hebben dat eruit gesloopt. Ik ontwikkel met Node en Vite, en een aantal open-source modules die ontwikkeling van software een stuk eenvoudiger maken: Slugify (om blogtitels om te zetten in URL's), Markdown (om markdown om te zetten naar HTML), en StringStripHtml (om HTML op te schonen). Versiebeheer gaat via git.

Ik gebruik Typescript, en daarbinnen het Svelte/SvelteKit framework, met een Postgresql-database. Allemaal open source.

De fonts komen van Bunny, waar dezelfde open-source fonts worden aangeboden als de bekende repositories van Google doen, maar zonder dat bezoekers van deze site worden blootgesteld aan de servers van Google.

Het internet zelf zou niet bestaan zonder de inrichting van de belangrijke protocollen waarop het drijft: email en websites draaien op standaarden die het mogelijk maken dat er überhaupt communicatie mogelijk is. Aan de achterkant worden applicaties gebruikt (zoals NGINX of Apache) die deze communicatie mogelijk maken; en veruit de meeste van deze applicaties zijn open source.

Dit is wat ik allemaal in de eerste lijn heb gebruikt; maar in de tweede lijn zijn er ook nog de talloze sites (waaronder, maar niet uitsluitend) Wikipedia, en persoonlijke blogs waar ontwikkelaars hun ervaringen met al deze technologieën delen.

Nou staat hierboven ergens een voorbehoud: ik heb open source middelen gebruikt, 'voor zover ik kan overzien'. Want ik heb alleen een redelijk overzicht van wat ik inderdaad zelf in de hand heb en waarin voor mij wat te kiezen valt. Maar als ik een dienst afneem van een derde partij, gebruikt die allicht software die niet open source is; om nog maar te zwijgen van de hardware die minstens zo belangrijk is en waarin praktisch altijd gepatenteerde componenten schuilgaan. De datacenters, routers, servers etc onttrekken zich aan de open source gedachte.

Daarin probeer ik andere keuzes te maken; keuzes die bijvoorbeeld betrekking hebben op duurzaamheid, transparantie en governance.

Maar zelfs dan ontkom ik niet aan een paar beslissingen die ik liever niet had genomen. Vooralsnog bijvoorbeeld wordt deze site ge-deployed, zoals dat heet, via Vercel, een grote Amerikaanse partij. Mijn database draait bij Supabase; op zich een prima partij, ware het niet dat deze achter de schermen ook weer gebruikt maakt van Amazon Web Services waar ik het liefst verre van wil blijven.

Ik heb echt, voorzover de tijd dat toeliet, behoorlijk onderzoek gedaan, maar hier stuit ik op de grenzen van wat een goedwillende amateur-developer vermag. Als je dit leest, en je hebt alternatieven voor de Vercel-Supabase-stack: laat het me vooral weten.

Enfin - het is nog een work in progress, maar de belangrijkste functies zitten erin, en ik kan weer gaan doen wat ik het liefste doe: schrijven.