Vijf redenen voor de terugkeer van Ubuntu naar Windows

 

Nu Ubuntu 10.10 uit is gekomen (Maverick Meerkat), is het een mooi moment om voor mezelf en voor geïnteresseerden op een rijtje te zetten waarom ik Ubuntu in de steek heb gelaten. Ben sinds deze zomer weer teruggekeerd naar Windows, versie 7. Het voelde als een soort desertie, een verloochening van mijn principes en uitgangspunten. Maar God, wat is het heerlijk…
Vijf redenen waarom ik de overstap maakte.
1. Ik haat OpenOffice. Geweldig hoor, het hele idee van open source software; ben er een warm voorstander van. Maar OpenOffice is lelijk, zo simpel is het. En buggy bovendien. Als ik een presentatie maak, opsla en die wat later weer open, verwacht ik dat-ie er precies zo uitzie als de laatste keer dat ik ernaar keek. Maar ik was soms een half uur of langer bezig om een en ander te herstellen tot het weer naar mijn zin was. Misschien had het te maken met het feit dat ik omwille van de uitwisselbaarheid mijn bestanden opsloeg in Powerpoint-formaat; maar hoe dan ook, een paar exercities als deze waren voldoende om mij te doen terugverlangen naar Microsoft…
2. GIMP. Er schijnen mensen te zijn die er prettig mee kunnen werken, maar jezus… ik vind het een van de meest gebruiksonvriendelijke stukken software die ik ooit ben tegengekomen. Ik deed in die tijd behoorlijk wat werk aan het ontwikkelen van websites; de ontwerpen krijg je meestal in Photoshop formaat aangeleverd. Als je genoegen neemt met het platte formaat, kun je dat prima uitlezen in GIMP, maar wil je wat meer gedetailleerde informatie over de verschillende lagen in het ontwerp – ik kon het er in ieder geval niet uitkrijgen. Geldt eigenlijk ook voor Inkscape, het andere belangrijke stukje grafische software.
3. Synchronisatie met mijn Nokia. Absolute ramp. Via Evolution – dat kan, maar alleen als je er een Google-account aan vastmaakt. Via die omweg slaagde ik er uiteindelijk in om afspraken van mijn PDA naar mijn pc te krijgen, en andersom.
4. Algehele gebruiksvriendelijkheid. Ik beschouw mezelf niet als een complete digibeet; er zijn weinig computerproblemen die ik niet zelf kan oplossen, maar de foutmeldingen en bugs waarin ik bij Ubuntu soms tegenaan liep, gingen mijn pet te boven.
5. Het gevoel. Aan de ene kant fantastisch, dat je erin slaagt om productief te worden met uitsluitend open source software. Politiek lekker, goedkoop bovendien. Maar aan de andere kant: computergebruik moet ook gewoon een beetje prettig zijn. Voor het oog, en voor de handen. Je zit per slot van rekening een groot deel van de dag achter dat ding. Windows 7 maakt dat ik het computergebruik minder als werk ervaar, en meer als een prettige bezigheid. Ik hoef minder na te denken over de processen achter de schermen. Windows 7, in tegenstelling tot Vista, neemt dat denkwerk van me over – alles doet het gewoon, lekker snel. En het ziet er mooi uit.

Nu Ubuntu 10.10 uit is gekomen (‘Maverick Meerkat’), is het een mooi moment om voor mezelf en voor geïnteresseerden op een rijtje te zetten waarom ik Ubuntu in de steek heb gelaten. Ben sinds deze zomer weer teruggekeerd naar Windows, versie 7. Het voelde als een soort desertie, een verloochening van mijn principes en uitgangspunten. Maar God, wat is het heerlijk…

Vijf redenen waarom ik de overstap maakte.

  1. Ik haat OpenOffice. Geweldig hoor, het hele idee van open source software; ben er een warm voorstander van. Maar OpenOffice is lelijk, zo simpel is het. En buggy bovendien. Als ik een presentatie maak, opsla en die wat later weer open, verwacht ik dat-ie er precies zo uitzie als de laatste keer dat ik ernaar keek. Maar ik was soms een half uur of langer bezig om een en ander te herstellen tot het weer naar mijn zin was. Misschien had het te maken met het feit dat ik omwille van de uitwisselbaarheid mijn bestanden opsloeg in Powerpoint-formaat; maar hoe dan ook, een paar exercities als deze waren voldoende om mij te doen terugverlangen naar Microsoft…
  2. GIMP. Er schijnen mensen te zijn die er prettig mee kunnen werken, maar jezus… ik vind het een van de meest gebruiksonvriendelijke stukken software die ik ooit ben tegengekomen. Ik deed in die tijd behoorlijk wat werk aan het ontwikkelen van websites; de ontwerpen krijg je meestal in Photoshop formaat aangeleverd. Als je genoegen neemt met het platte formaat, kun je dat prima uitlezen in GIMP, maar wil je wat meer gedetailleerde informatie over de verschillende lagen in het ontwerp – ik kon het er in ieder geval niet uitkrijgen. Geldt eigenlijk ook voor Inkscape, het andere belangrijke stukje grafische software.
  3. Synchronisatie met mijn Nokia. Absolute ramp. Via Evolution – dat kan, maar alleen als je er een Google-account aan vastmaakt. Via die omweg slaagde ik er uiteindelijk in om afspraken van mijn PDA naar mijn pc te krijgen, en andersom.
  4. Algehele gebruiksvriendelijkheid. Ik beschouw mezelf niet als een complete digibeet; er zijn weinig computerproblemen die ik niet zelf kan oplossen, maar de foutmeldingen en bugs waarin ik bij Ubuntu soms tegenaan liep, gingen mijn pet te boven.
  5. Het gevoel. Aan de ene kant fantastisch, dat je erin slaagt om productief te worden met uitsluitend open source software. Politiek lekker, goedkoop bovendien. Maar aan de andere kant: computergebruik moet ook gewoon een beetje prettig zijn. Voor het oog, en voor de handen. Je zit per slot van rekening een groot deel van de dag achter dat ding. Windows 7 maakt dat ik het computergebruik minder als werk ervaar, en meer als een prettige bezigheid. Ik hoef minder na te denken over de processen achter de schermen. Windows 7, in tegenstelling tot Vista, neemt dat denkwerk van me over – alles doet het gewoon, lekker snel. En het ziet er mooi uit.
Blijf ik nou altijd bij Windows? Mezelf kennende zal ik over een paar maanden wel weer een nieuwe poging wagen met Ubuntu. Maar voorlopig alleen in een virtuele zandbak. Om permanent in te werken – even niet meer, dank je.