Journalistiek bloggen is een journalistieke plicht

't Is alweer bijna zeven jaar geleden dat we bij de Volkskrant begonnen met bloggen. Eigenlijk, moet je achteraf vaststellen, zonder dat  we een goed benul hadden wat we ermee aan moesten. Nou is dat op zich niet erg. Ook Google kwam er pas na een paar jaar achter hoe ze geld moesten gaan verdienen met die prachtige zoekmachine die ze gebouwd hadden. Wij hadden simpelweg het idee dat we nieuwe communicatiekanalen moesten bouwen. Die kanalen moesten de gesprekken tussen de redactie en onze lezers op gang brengen.

Experimenteren en innoveren horen bij het internet als wielen bij een fiets. Bijna alle succesvolle internetbedrijven zijn nieuwe bedrijven – ze hadden geen last van de remmende voorsprong van de gesettelde organisatie, waar gevestigde belangen zich vooral verzetten tegen vernieuwing. Met het Volkskrantblog probeerden we het onmogelijke: bij het ultraconservatieve PcM-bedrijf toch iets van digitale innovatie  te creëren.

Nou, wat er met die journalistieke en zakelijke ambities is gebeurd, is inmiddels wel duidelijk. Vorig jaar beïndigde de Volkskrant zijn lezersblog, en stuurde de enkele tienduizenden deelnemers het bos in (c.q. naar web-log.nl, waar ze een paar maanden na aankomst getroffen werden door een storing die zo ongeveer een half jaar heeft geduurd).

Enfin, over het Volkskrantblog heb ik al genoeg geschreven (laatst hier en hier). Een aspect waaraan we, vind ik zelf, te weinig aandacht hebben besteed: de journalistieke invulling van onze blogs. Sporadisch zijn collega-redacteuren wel begonnen met het bijhouden van een blog, maar het was incidenteel. Er was nauwelijks begeleiding, en eigenlijk deed iedereen maar wat. Dat heeft natuurlijk ook zijn charme, want het zorgt voor authenticiteit en diversiteit; maar tegelijkertijd werd het een zootje waarin bezoekers hun weg niet konden vinden en de collega's eigenlijk ook vooral verloren rondliepen. Een enkeling slaagde erin een succes te maken van zijn blog: Gijsbert Kamer heeft de juiste instelling en weet hoe je een blog journalistiek moet gebruiken. Maar hij is de uitzondering.

Ik kom erop omdat ik woensdag een paar colleges geef aan studenten journalistiek over het onderwerp 'journalistiek bloggen' en ik het ga hebben over de manier waarop journalisten blogs kunnen inzetten om dichter bij hun lezers te komen. In het onvolprezen journalistieke blog Mondaynote  geeft Frederic Filloux een paar tips.

In het algemeen is het grote verschil tussen het bijhouden van het blog en het verrichten van reguliere journalistieke arbeid natuurlijk vooral het verschil in format. Waar je als journalist gebakken zit aan vaste afspraken over stijl, lengte, compositie en andere journalistieke do's en don'ts, heb je daar bij een weblog veel minder mee te maken. Sterker, als je daarop dezelfde normen zou toepassen, krijg je een saai en slecht blog.

De beste blogs vind ik die weblogs waarin de auteur zijn expertise deelt met zijn bezoekers, en dat op een onderhoudende en vooral persoonlijke manier doet. Een journalistiek blog is niet anders. De journalist die wil bloggen, heeft feitelijk twee keuzes: hij kan schrijven over zijn vak (waardoor hij een metajournalistiek blog bijhoudt), of hij kan stukjes tikken over zijn specialisme. Bij die laatste benadering krijgt de lezer extra informatie die niet past in het format van krant of televisieprogramma. Dat is de manier van Gijsbert Kamer. Een voorbeeld van de eerste benadering wordt gegeven door Peter Vermeersch, hoofdredacteur van NRC.

Welke benadering je ook kiest, de argumenten voor een journalistiek blog zijn zo gewichtig dat ik het onbegrijpelijk vind dat in Nederland niet veel meer journalisten ertoe zijn overgegaan ook buiten de krant of hun werk voor de omroep te schrijven over hun vakgebied.

  • Je bouwt een nauwere band op met je publiek, wat op zijn beurt leidt tot een grotere geloofwaardigheid en autoriteit
  • Je krijgt de kans om je te onttrekken aan de nauwe formats die door pagina-opmaak en programmaduur worden ingegeven
  • Je krijgt de kans om een veel persoonlijker profiel op te bouwen dan binnen je eigen publicatie mogelijk is
  • Journalisten worden geacht zich steeds meer ondernemend op te stellen; beschouw je blog als je eerste echte en persoonlijke marketinginstrument
  • Je kunt veel extra informatie over je vakgebied kwijt, waardoor je je publiek beter kunt bedienen
  • Je begeeft je in de maatschappelijke discussie – je begrijpt dat journalistiek geen eenrichtingsverkeer is, maar steeds meer een gesprek is geworden

Ik weet het bijna zeker: het Volkskrantblog was succesvoller geworden als we deze argumenten zeven jaar geleden veel overtuigender aan onze eigen collega's hadden voorgelegd.

Volkskrant heeft het pr-gevecht al verloren

Het ergste van de voorgenomen sluiting van het Volkskrantblog vind ik dat het de Volkskrant kennelijk geen lor kan schelen. Anders kan ik nauwelijks verklaren dat de krant er in haar papieren kolommen nog geen woord aan heeft besteed, en de redactie het slechts een klein berichtje waard vond op haar website. De hoofdredactionele mededeling aan de 15 duizend schrijvers en fotografen op het Volkskrantblog blonk ook al niet uit in betrokkenheid.

Dat vind ik niet alleen getuigen van een slecht gevoel voor pr. Vanuit marketingoogpunt heeft de Volkskrant deze strijd al verloren. Erger nog vind ik de minachting voor al die mensen die de afgelopen jaren met hart en ziel gevolg hebben gegeven aan de oproep van de Volkskrant om op het Volkskrantblog te gaan schrijven. Velen van hen deden dat na de nodige twijfels over hun eigen capaciteiten. En lang niet alles wat is gepubliceerd, was even mooi. Maar zelfs de lelijkste composities nog waren het gevolg van een vaak hartroerende inzet en betrokkenheid. En nu gooit de Volkskrant dat zomaar aan de kant.

Begrijp me goed: ik betwist niet het recht van de Volkskrant om ermee op te houden. Natuurlijk kan ze dat. Maar bied de bloggers in ieder geval de tijd en de ruimte om met een goed alternatief te komen. Lever ze de mogelijkheid om hun oude bijdragen in een handig formaat te downloaden, bijvoorbeeld als een gebundelde pdf. En bied ze ook een ‘exporteer’-functie aan, zodat ze hun oude berichten gemakkelijk kunnen overzetten naar bijvoorbeeld WordPress.

De manier waarop het einde van het VKBlog is aangekondigd, staat, ben ik bang, niet op zichzelf. Het past in een geschiedenis, bijna van begin af aan, van achteloosheid en zelfs minachting van het overgrote deel van de redactie. Voor een deel is dat een fout die ik ook mezelf aanreken. De redactie beschouwde het VKBlog als een speeltje van die jongens van online, en had van begin af aan moeite met de argumenten die wij, de jongens van online, aandroegen om het VKBlog salonfähig te maken.

Bij de start van het VKBlog was in wezen de kern van ons idee dat we een antwoord probeerden te formuleren op de uitdagingen die de journalistiek  in steeds grotere mate te wachten stonden. Deze uitdagingen schuilden onder meer in de techniek die aan het veranderen was, en die publicatiemogelijkheden bood aan mensen die tot voor kort hooguit konden hopen op een ingezonden brief in de krant. Publiceren kwam met de komst van het internet binnen bereik van iedereen met een computer en een telefoon. Andere problemen speelden de journalistiek net zo goed parten. Bijvoorbeeld: de krant was vroeger een meneer met aanzien, voor wie je je hoed afnam. Tegenwoordig is de krant een vod, volgeschreven door partijdige middelbare mannen en vrouwen die vooral hun luxeposities proberen te verdedigen. De krant heeft een betrouwbaarheids- en geloofwaardigheidsprobleem.

Gedurende mijn periode als chef van de internetredactie en als hoofd van de online uitgeverij heb ik het altijd als een van mijn belangrijkste taken gezien om de Volkskrant te helpen loodsen tussen de Scylla van het kritiekloos omarmen van alle nieuwe internethypes enerzijds, en de Charybdis van het krampachtig vasthouden aan de oude patronen anderzijds. Ik mocht mij gelukkig prijzen dat ik een geweldig team om me heen had, en een hoofdredactie die er, onder leiding van Pieter Broertjes, ook wel in geloofde en ons in ieder geval alle ruimte liet. Maar veel draagvlak bij de rest van de redactie, veel medestanders voor onze overtuigingen daar hadden we ook niet.

Achteraf gezien zijn de eerste drie jaren van het Volkskrantblog de mooiste geweest. Daarna werd het sappelen en ploeteren om nog wat gedaan te krijgen – om hoognodig onderhoud te plegen, of redactionele ruimte vrij te maken voor moderatie en andere vormen van betrokkenheid. Voor verdere innovatie was geen ruimte; en de commerciële afdeling had al helemaal geen belangstelling. Nogmaals, ik ben daarvoor eindverantwoordelijk geweest. Ik had die belangstelling en betrokkenheid moeten kweken. Als enig excuus kan ik aanvoeren dat het was als trekken aan een dood paard.

Dat dode paard dreigt nu het VKBlog mee de diepte in te sleuren. De redactie leunt achterover, ziet het gebeuren, en haalt de schouders op. Weer een restant van de internet-erfenis opgeruimd. Laten we in godsnaam nu de deuren sluiten, ons concentreren op het volschrijven van het papier, en hopen en bidden dat we ons pensioen nog halen voordat het doek definitief valt.

Jammer is dat. Jammer dat al dat journalistieke talent zo blijft steken in de oude patronen. Het werkt zo zelf het hardst mee aan zijn eigen ondergang.

UPDATE 19:30. Mij bereikt nu (pas) het bericht dat de webredacties van de afzonderlijke titels van de Persgroep (Volkskrant, AD, Trouw, Parool) worden opgeheven en de sites voortaan vanaf een centrale redactie in Rotterdam worden bediend. Voel mee met de collega’s die nu hun werk in Rotterdam moeten doen…

UPDATE 2: Uitgaande van de eerste reacties hieronder wordt dit bericht gelezen als een afrekening met mijn oud-collega’s. Het is niet bedoeld als afrekening. Het is bedoeld als een kijkje in de sfeer op de redactie van de Volkskrant als het gaat om internet.