Het ergste van de voorgenomen sluiting van het Volkskrantblog vind ik dat het de Volkskrant kennelijk geen lor kan schelen. Anders kan ik nauwelijks verklaren dat de krant er in haar papieren kolommen nog geen woord aan heeft besteed, en de redactie het slechts een klein berichtje waard vond op haar website. De hoofdredactionele mededeling aan de 15 duizend schrijvers en fotografen op het Volkskrantblog blonk ook al niet uit in betrokkenheid.
Dat vind ik niet alleen getuigen van een slecht gevoel voor pr. Vanuit marketingoogpunt heeft de Volkskrant deze strijd al verloren. Erger nog vind ik de minachting voor al die mensen die de afgelopen jaren met hart en ziel gevolg hebben gegeven aan de oproep van de Volkskrant om op het Volkskrantblog te gaan schrijven. Velen van hen deden dat na de nodige twijfels over hun eigen capaciteiten. En lang niet alles wat is gepubliceerd, was even mooi. Maar zelfs de lelijkste composities nog waren het gevolg van een vaak hartroerende inzet en betrokkenheid. En nu gooit de Volkskrant dat zomaar aan de kant.
Begrijp me goed: ik betwist niet het recht van de Volkskrant om ermee op te houden. Natuurlijk kan ze dat. Maar bied de bloggers in ieder geval de tijd en de ruimte om met een goed alternatief te komen. Lever ze de mogelijkheid om hun oude bijdragen in een handig formaat te downloaden, bijvoorbeeld als een gebundelde pdf. En bied ze ook een ‘exporteer’-functie aan, zodat ze hun oude berichten gemakkelijk kunnen overzetten naar bijvoorbeeld WordPress.
De manier waarop het einde van het VKBlog is aangekondigd, staat, ben ik bang, niet op zichzelf. Het past in een geschiedenis, bijna van begin af aan, van achteloosheid en zelfs minachting van het overgrote deel van de redactie. Voor een deel is dat een fout die ik ook mezelf aanreken. De redactie beschouwde het VKBlog als een speeltje van die jongens van online, en had van begin af aan moeite met de argumenten die wij, de jongens van online, aandroegen om het VKBlog salonfähig te maken.
Bij de start van het VKBlog was in wezen de kern van ons idee dat we een antwoord probeerden te formuleren op de uitdagingen die de journalistiek in steeds grotere mate te wachten stonden. Deze uitdagingen schuilden onder meer in de techniek die aan het veranderen was, en die publicatiemogelijkheden bood aan mensen die tot voor kort hooguit konden hopen op een ingezonden brief in de krant. Publiceren kwam met de komst van het internet binnen bereik van iedereen met een computer en een telefoon. Andere problemen speelden de journalistiek net zo goed parten. Bijvoorbeeld: de krant was vroeger een meneer met aanzien, voor wie je je hoed afnam. Tegenwoordig is de krant een vod, volgeschreven door partijdige middelbare mannen en vrouwen die vooral hun luxeposities proberen te verdedigen. De krant heeft een betrouwbaarheids- en geloofwaardigheidsprobleem.
Gedurende mijn periode als chef van de internetredactie en als hoofd van de online uitgeverij heb ik het altijd als een van mijn belangrijkste taken gezien om de Volkskrant te helpen loodsen tussen de Scylla van het kritiekloos omarmen van alle nieuwe internethypes enerzijds, en de Charybdis van het krampachtig vasthouden aan de oude patronen anderzijds. Ik mocht mij gelukkig prijzen dat ik een geweldig team om me heen had, en een hoofdredactie die er, onder leiding van Pieter Broertjes, ook wel in geloofde en ons in ieder geval alle ruimte liet. Maar veel draagvlak bij de rest van de redactie, veel medestanders voor onze overtuigingen daar hadden we ook niet.
Achteraf gezien zijn de eerste drie jaren van het Volkskrantblog de mooiste geweest. Daarna werd het sappelen en ploeteren om nog wat gedaan te krijgen – om hoognodig onderhoud te plegen, of redactionele ruimte vrij te maken voor moderatie en andere vormen van betrokkenheid. Voor verdere innovatie was geen ruimte; en de commerciële afdeling had al helemaal geen belangstelling. Nogmaals, ik ben daarvoor eindverantwoordelijk geweest. Ik had die belangstelling en betrokkenheid moeten kweken. Als enig excuus kan ik aanvoeren dat het was als trekken aan een dood paard.
Dat dode paard dreigt nu het VKBlog mee de diepte in te sleuren. De redactie leunt achterover, ziet het gebeuren, en haalt de schouders op. Weer een restant van de internet-erfenis opgeruimd. Laten we in godsnaam nu de deuren sluiten, ons concentreren op het volschrijven van het papier, en hopen en bidden dat we ons pensioen nog halen voordat het doek definitief valt.
Jammer is dat. Jammer dat al dat journalistieke talent zo blijft steken in de oude patronen. Het werkt zo zelf het hardst mee aan zijn eigen ondergang.
UPDATE 19:30. Mij bereikt nu (pas) het bericht dat de webredacties van de afzonderlijke titels van de Persgroep (Volkskrant, AD, Trouw, Parool) worden opgeheven en de sites voortaan vanaf een centrale redactie in Rotterdam worden bediend. Voel mee met de collega’s die nu hun werk in Rotterdam moeten doen…
UPDATE 2: Uitgaande van de eerste reacties hieronder wordt dit bericht gelezen als een afrekening met mijn oud-collega’s. Het is niet bedoeld als afrekening. Het is bedoeld als een kijkje in de sfeer op de redactie van de Volkskrant als het gaat om internet.