Dat redactionele manifest, waarover ik het in mijn vorige bericht had – als we duidelijk kunnen maken waarom we het nodig hebben, wordt het wellicht ook iets eenvoudiger om het eens te worden over de inhoud ervan.
Ter herinnering: het gaat er mij om dat de Nederlandse journalistiek ingedeeld kan worden in twee groepen: 'vernieuwers' en 'afwachters'. Tussen deze twee groepen gaapt een culturele afgrond.
De vernieuwers pleiten voor een veel actievere en snellere integratie van nieuwe journalistieke technieken en publicatievormen dan nu gebeurt. Ze willen profiteren van het feit dat hun publiek langs steeds meer andere kanalen het nieuws tot zich neemt, steeds minder trouw is aan de traditionele nieuwsmerken, en steeds meer op zoek is naar informatie die hun bereikt op het moment dat het hun uitkomt. Een handzame en wetenschappelijk verantwoorde samenvatting van deze ontwikkelingen vind je bij Nieman.
De afwachters vinden dat we met snelle innovatie een te groot risico lopen. Er wordt nog steeds veel geld verdiend met print. De huidige, traditionele consumenten raken van je vervreemd als je ze niet meer voldoende bedient met je papieren product. En digitale vernieuwing heeft zich in commercieel opzicht nog niet of nauwelijks bewezen, vinden ze.
Die kloof is naar mijn idee niet goed voor de journalistiek als ambacht, en ook niet goed voor de beroepsgroep als geheel. Het leidt ertoe dat de discussie over de journalistiek wordt gevoerd in twee kampen in plaats van in de beroepsgroep als geheel.
Over fundamentele, inhoudelijke journalistieke waarden bestaat in kringen van journalisten weinig discussie. De grote meerderheid van de Nederlandse vakbroeders en -zusters heeft het gezag van de Raad voor de Journalistiek geaccepteerd, en gebruikt de Leidraad (pdf) als handleiding voor het eigen professionele handelen. Ik stel me zo voor dat we zouden moeten streven naar een gelijksoortige consensus over de niet zozeer de inhoud van het journalistieke ambacht, als wel over de organisatie daarvan. Daarom heb ik het ook niet over een 'journalistiek' maar een 'redactioneel' manifest. Het moet gaan over de manier waarop ons mooie vak in de toekomst kunnen blijven bedrijven op een economisch verstandige en journalistiek verantwoorde manier.
Als ik lees dat Newsweek wil overgaan op volledig digitale publicatie, en verneem van de onzekerheid over de toekomst van de Guardian, op papier en digitaal – dan denk ik dat het tijd wordt dat journalisten zich actiever gaan bemoeien met de manier waarop hun vak wordt georganiseerd. We moeten dat niet overlaten aan de uitgevers. Met alle respect voor dat nobele vak – uitgevers hebben voornamelijk verstand van geld verdienen, en niet zozeer van journalistiek. Journalisten moeten meer gaan nadenken over de toekomst van hun eigen vak.
Dat is de ratio achter mijn pleidooi voor een nieuw redactioneel manifest. Daarom is zo'n leidraad net zo hard nodig als die van de Raad voor de Journalistiek.