Waarom Windows 8 een kans heeft op de tablet markt

Volgens Tim Cook, de opvolger van Steve Jobs bij Apple, leven we in een 'post-pc' wereld. Bij de presentatie van de iPad 3, de nieuwste Apple-gadget, zei Cook dat 'de pc niet langer het centrum is van de digitale wereld'. En het moet gezegd, de verkoopcijfers van de iPad zijn fenomenaal. Apple verkoopt meer iPads dan marktleider HP pc's. Ray Ozzie, ooit Bill Gates' opvolger als chef technologisch visionair bij Microsoft, is het met Cook eens. Er is geen twijfel mogelijk dat we in een post-pc wereld leven, zei hij. Maar hij voegde er een belangrijke nuance aan toe: dit betekent slechts dat de scenario's waarvoor we de pc gebruikten, langzamerhand veranderen.

Volgens mij heeft Ozzie gelijk. Ook uit de cijfers blijkt niet dat de pc zijn beste tijd gehad heeft. Volgens marktonderzoeker Gartner zullen er dit jaar 4,4 procent meer pc's worden verkocht dan vorig jaar. Uiteindelijk gaat het met de pc en de tablet als met de ouders die een dochter uithuwelijken: je raakt geen dochter kwijt, maar krijgt er een zoon bij.

Natuurlijk zie je een verschuiving optreden in het gebruik. Er wordt vaak gezegd dat je tablets vooral gebruikt voor consumptie van diensten: je gebruikt het apparaat om spelletjes op te spelen, muziek naar te luisteren, websites op te bezoeken, of video's te kijken. Apple probeert uit alle macht zijn iPads zo te positioneren dat ze ook kunnen worden gebruikt voor de productie van deze diensten: om websites op te bouwen, video's te monteren, en games te programmeren.

Ik denk eigenlijk dat die pogingen tot mislukken gedoemd zijn. Wie lange tijd zakelijk naar een scherm moet staren en ingewikkelde bewerkingen moet uitvoeren, waarbij tien of meer applicaties tegelijk open staan, informatie van het ene naar het andere scherm wordt gesleept, in de tussentijd ook zijn mail moet bijwerken of een presentatie moet voorbereiden: als deze ongelukkige dit alles op een scherm van minder dan 10 inch moet doen, wordt hij stapelgek. Natuurlijk bestaat er inmiddels prachtige software om foto's te bewerken op je tablet. En natuurlijk kun je met die mooie swype-technologie van Samsung snel teksten fabriceren. Maar het blijft een noodoplossing.

Het versturen van een kort mailtje met mijn tablet lukt me prima. Maar een tekst van enige lengte en substantie schrijf ik liever op mijn grote beeldscherm.

Wat ik wel zie gebeuren, op enige termijn: dat de tablet uiteindelijk wel het digitale rekencentrum wordt van mijn kantooromgeving. Maar dat betekent simpelweg dat het ding genoeg interfaces krijgt om er een 22 inch monitor, een ergonomisch toetsenbord en een muis aan te koppelen. En dat de software die erop draait gemakkelijk en snel moet kunnen switchen: van iOS 4 naar OS-X, of van Android Gingerbread naar Windows. En dat zie ik met de huidige generatie apparaten toch niet snel gebeuren. Op die markt heeft hooguit Windows 8 een kans – want dat wordt gemaakt om op zowel tablets als desktops te kunnen draaien. 

 

Journalistiek voedt de Apple-hype

"Goede artiesten maken kopieën, geweldige artiesten stelen'. Het zal niet de beroemdste quote zijn van Steve Jobs, maar ik vind het wel een van de meest veelzeggende. Jobs' succes kan niet worden verklaard uit zijn oog voor design (hij was helemaal geen ontwerper), noch uit zijn innovatiekracht (mede-oprichter Steve Wozniak was de wizz-kid), noch uit zijn managerskwaliteiten – als CEO was hij een ramp voor zijn medewerkers en voor zijn controllers – als Jobs iets níet kon was het de kosten in toom houden.

Jobs werd succesvol, niet omdat hij zelf die kwaliteiten had, maar wel omdat hij ze kon herkennen in zijn omgeving. Hij wist de beste mensen aan zich te binden om zijn producten technisch en esthetisch zo goed te maken als ze nu zijn. Hij zag de potentie van nieuwe producten, vaak bij de concurrentie; hij pikte ze in, verbeterde ze totdat ze bijna onherkenbaar waren, en wist er genoeg kopers van te overtuigen dat hun leven zonder de nieuwste Apple-gadget niet compleet zou zijn.

Ik kom erop omdat ik deze week Jobs' fantastische biografie heb uitgelezen, en natuurlijk omdat woensdag de iPad-3 werd gelanceerd. Wat mij steeds meer begint te irriteren, is de kritiekloze ontvangst van nieuwe Apple-producten in de media. Kranten besteden er hele pagina's aan, en stimuleren daarmee de hype onder het publiek. Zelfs als de bespreking niet alleen maar positief is en er kanttekeningen worden geplaatst bij Apple's marketingstrategie, is het toch een hoop gratis reclame. Het lijkt erop alsof de nieuwskeuze niet wordt bepaald door de daadwerkelijke nieuwswaarde, maar door de vraag hoe het publiek zal reageren op het nieuwste speeltje.

En bleef de berichtgeving maar beperkt tot de dag van de lancering zelf. Nee, het begint weken van tevoren al met de mededeling dat er weer een nieuw product aankomt. We weten dan nog niks, maar dat is voor sommige journalisten al voldoende aanleiding in de pen te klimmen. Vervolgens komt er een week of wat later een follow-up, waarin wordt gerapporteerd wat in het geruchtencircuit rondgaat omtrent de nieuwe foefjes die in het apparaat zitten. Tussendoor wordt nog een keer een fijne analyse gemaakt van het succes van Apple, worden andere glimmers besproken – en als het dan eindelijk zover is, ontbreekt nog net de bestelbon in de krant.

Collega's, mag ik jullie verzoeken: ik weet dat het gemakkelijk scoren is, met weer een stukkie over Apple. Maar mag ik iets meer distantie? Iets meer objectiviteit? Iets meer aandacht ook voor de verhoudingen – bijvoorbeeld dat de iPhone weliswaar de meest verkochte telefoon is, maar dat veel meer telefoons draaien op het Android besturingssysteem van concurrent Google? En dat het jullie dus niet zou misstaan iets vaker aandacht te besteden aan de telefoons, de tablets en de apps die voor dat concurrerende platform worden gemaakt?

Met dank!

Oh, die hypocrisie over Apple

Trouwe lezers van dit blog weten dat ik geen groot fan ben van Apple. Ik vind het bedrijf een bedreiging voor het vrije internet, met zijn prachtige maar gesloten systemen en zijn neiging om volledige controle te willen uitoefenen op datgene wat gebruikers doen, zien en lezen met en op hun iPads, iPhones en MacBooks. Maar het huidige gedoe over de productieomstandigheden waaronder werknemers van Apple's toeleveranciers moeten werken, vooral in China, vind ik hypocriet.

Ik ben inmiddels een trouwe gebruiker van Samsung, maar ik geloof niet dat deze Koreaanse maker van mobieltjes er een socialer beleid voert dan Apple. Mijn laptop is een Asus, en maken de Taiwanezen geen gebruik van goedkope arbeid? Shoppen zij niet in de buurlanden om te zien waar ze het meest uit hun personeel kunnen trekken?

Ik geloof er niets van dat Samsung, Asus of welke gadgetmaker dan ook een socialer beleid voert dan Apple.

Wat mij betreft moet de kritiek op Apple breder worden getrokken. Ik vind dat wij als consumenten bereid moeten zijn om tien of vijftien procent meer te betalen voor onze mooie gadgets. En dat we dan met recht mogen eisen dat zij schone producten afleveren. In termen van rechtvaardighed en in termen van milieu.

Ik vertrouw Google niet, maar Apple nog minder

Ik heb af en toe tamelijk verhitte discussies met mensen die zweren bij Apple. Het is wel een eenzijdige verhitting – het gebruik van willekeurig welke software of hardware is voor mij geen kwestie van religie, zoals het voor sommige anderen wel lijkt te zijn. Ik let toch vooral op wat praktisch is, op wat werkt en wat niet werkt.

En gek genoeg vind ik het belangrijker om aandacht te besteden aan hoe iets fout gaat, dan om te letten op wat er precies goed gaat. Als er twee producten zijn die allebei fouten vertonen, dan is voor mij een belangrijk criterium hoe die producten omgaan met hun fouten. Het product dat op elegante wijze struikelt, heeft bij mij tien strepen voor op het product dat valt, net doet of er niks aan de hand is, en fluitend weer zijn weg gaat.

Klinkt tamelijk raar, dat begrijp ik. Een concreet voorbeeld dan. Tot vorige week was ik de ongelukkige eigenaar van een Nokia N97 mini. Een apparaat dat een jaar of twee geleden op de markt kwam, en mij van begin af aan niks dan ellende bezorgde. Het was voor mij bijvoorbeeld bijna onmogelijk een telefoongesprek te beëindigen. Een telefoon aan het oor betekent dat het touchscreen disabled is – logisch, want anders zou elke aanraking met het oor tot ongewenste effecten leiden. Maar voordat de touchscreen weer reageerde op mijn aanrakingen, was ik bij wijze van spreke tientallen seconden verder. Niet handig. En vooral: wat ik ook veranderde in de instellingen, ik kon er niks aan doen. Zoektochten op internet leverden niks op. En dit was maar een van de vele klachten die ik over dit apparaatje had. En Nokia zelf? Gaf geen sjoege.

Ik heb nu een Samsung Galaxy S2. Wat een opluchting. Prachtig om te zien, snel, tjokvol hippe functies, niet te vergeten een uitgebreide Market waar ik allerlei uitbreidingen kan kopen of gratis kan krijgen.

Maar denk ik nu dat ik de hele leeftijd van dit apparaatje er net zo blij mee blijf als ik nu ben? Tuurlijk niet. Ik ben niet naïef. Ook dit ding zal struikelen, vastlopen, last krijgen van nukken en grillen. Maar het grote verschil is dat een simpele zoektocht naar de werking van Android, het installeren van deze of gene App, of de oorzaken van mogelijke fouten een waar mer à boire oplevert van wetenswaardigheden. Dat komt omdat Android in wezen een open systeem is – in tegenstelling tot de systemen van Nokia, Microsoft en Apple.

Zoals technologie altijd zal falen – volgens Cory Doctorow een wezenskenmerk van technologie: chaos ligt altijd op de loer – zo zijn ondernemingen nooit te vertrouwen. Zelfs niet Google. 'Don't be evil' is een lege kreet. Ondernemingen zijn uit op winst, dat is alles. Google net zo goed als Apple of Microsoft. Maar het grote verschil tussen Google en Apple is dat Google op een elegantere manier dan Apple de fout in gaat. Google's falen is controleerbaarder dan dat van Apple.

Apple, Google en Facebook zijn volgens mij de meest innovatieve ondernemingen van de afgelopen tien jaar. Ik bewonder ook – nog steeds – Microsoft en Amazon. Google's producten zijn niet mooier of beter dan die van de concurrentie – ik wantrouw Google slechts iets minder dan de rest. Als het moet, shop ik bij Amazon, post ik wat op Facebook, of gebruik ik software van Microsoft. Maar waar ik echt kan kiezen, heb ik het liefst Google.

De uitgevers leren het nooit

Een berichtje in de Wall Street Journal leert ons dat Apple en Google verwikkeld zijn in een hevige strijd om de gunst van de uitgevers. Het gaat erom wie de meeste publicaties in zijn online winkels (appstores) te koop kan aanbieden. De regelmatige lezer van mijn stukken weet dat ik geen fan ben van Apple – niet omdat de producten niet zouden deugen, maar omdat ik in het bedrijf uit Cupertino een van de grotere bedreigingen van het vrije internet zie.

Maar Google gaat nu ver om de uitgevers tegemoet te komen, anders dan Apple dat een bewonderenswaardige terughoudendheid aan de dag legt. Het gaat niet alleen om de centen. Volgens het stuk in de WSJ neemt Google genoegen met minder dan de 30 procent van de omzet die Apple in de regel vraagt aan de uitgevers. Dat is natuurlijk prima – de vrije markt op zijn best. Maar in de verdienmodellen van de uitgevers worden de neveninkomsten steeds belangrijker. Dat wil zeggen: het gaat ze niet alleen om de directe inkomsten die zijn te behalen door een abonnement te verkopen, maar ook om de gegevens die de klant tijdens zijn transactie met de uitgever over zichzelf nalaat. Het is commercieel relevante informatie dat onder de abonnees 35-jarige jonge moeders oververtegenwoordigd zijn.

Apple stelt zich tot nog toe terughoudend op en wil die informatie niet delen met de uitgevers. Apple kiest voor het opt-in systeem: je geeft je informatie niet vrij, tenzij je er apart toestemming voor geeft. De uitgevers vragen om het opt-out systeem: informatie wordt standaard vrijgegeven, tenzij je de toestemming expliciet onthoudt. En Google lijkt daarmee nu te willen instemmen. Jammer!

Ondertussen lijkt het erop dat de uitgevers nog niet willen begrijpen dat de tijden veranderd zijn. Consumenten vragen om transparantie en hebben er doorgaans een hekel aan te moeten ontdekken dat uitgevers langs slinkse wegen hun privé-gegevens voor andere doeleinden aanwenden. De uitgevers bedrijven oud marketingbeleid. Dom.

Ik vind dat we Apple moeten boycotten

Vandaag nieuwe column getikt op de site van de Volkskrant. Ik vind dat we Apple moeten boycotten. Werkelijk onbegrijpelijk, met hoeveel dat bedrijf eigenlijk wegkomt. Raar ook dat mensen die vaak anders voorop te vinden zijn in de beweging van open source en vrijheid op het internet, zo veel door de vingers zien als het om Apple gaat.

Steve Jobs slaat werkelijk alles wat Bill Gates van Microsoft ooit heeft uitgespookt om de marktpositie van Microsoft veilig te stellen. Maar ja, Gates is niet cool. Jobs blijkbaar wel.