Geen recht op vergeten in journalistiek werk

Tot de moeilijkste problemen in mijn tijd als Hoofd Online van de Volkskrant behoorde de omgang met het archief. We baseerden ons natuurlijk op het principe dat het archief van grote journalistieke, economische en historische waarde was, waar we niet aan wilden tornen. Verzoeken om artikelen uit het archief te verwijderen of te wijzigen werden dan ook standaard afgewezen.

Toch werd het geleidelijk aan steeds moeilijker om aan die lijn vast te houden. Wat doe je met het verzoek van een jonge vrouw, begin twintig, die problemen ervoer in haar persoonlijke leven vanwege een stuk dat in de krant had gestaan. Toen ze een beetje jonger was, had ze ooit behoorlijk afgegeven op haar ouders. Dat was in een reportage over de verdwijnende generatiekloof. Ze had met naam en toenaam in de krant gestaan, het stuk kwam later op internet terecht, en wie ging Googlen op haar naam, kwam uit op dat verhaal.

Je kunt zeggen: als iemand met de krant praat, weet-ie dat het gepubliceerd gaat worden en dat het onder ogen van veel mensen gaat komen. Maar niet iedereen realiseert zich dat een krantenverhaal niet meer is als vroeger, toen het archief eigenlijk alleen door professionele documentalisten en archivarissen werd bekeken. Dat verhaal komt namelijk vaak op internet terecht, en zoals iedereen weet, heeft het web een oneindig geheugen. Maar zeker in de tijd dat dit voorbeeld speelt, was het nog niet zo gebruikelijk dat verhalen op de site terecht kwamen. Misschien was de veronderstelling in die tijd wel heel terecht dat het stuk de volgende dag gebruikt zou worden om de vis in te verpakken.

Naar mijn idee rust op journalisten de plicht om kwetsbare mensen in bescherming te nemen; heel jonge mensen bijvoorbeeld, of bronnen van wie je kunt vermoeden dat ze geestelijk niet helemaal in orde zijn, kunnen worden beschermd door niet hun werkelijke namen te gebruiken. In de meeste gevallen doet de werkelijke identiteit niet ter zake voor dat soort verhalen. Een reportage over misstanden in een bejaardentehuis wordt er niet slechter van als wordt vermeld dat mevrouw Pietersen in werkelijkheid niet zo heet. Het gaat om de beschrijving van de omgeving, niet om de persoon van mevrouw Pietersen.

Ik kom erop vanwege een nieuw voorstel van de Europese Commissie over het recht van burgers om 'vergeten' te worden, concreter: de mogelijkheid die burgers moeten krijgen om data die ondernemingen over hen hebben verzameld, te laten vernietigen. Een van de uitzonderingen op die regel is dat journalistieke archieven tot op zekere hoogte uitgezonderd zullen worden van deze maatregel. Verantwoordelijk Eurocommissaris Viviane Reding erkent dat deze archieven een grote waarde hebben. Aantasting daarvan is een vorm van vernietiging van ons historisch kapitaal. De vraag die zich onmiddellijk opdringt is naar de definitie van journalistiek. Het is hetzelfde probleem als de ethische waakhonden in diverse landen parten speelt. In sommige landen kunnen journalisten bijvoorbeeld niet verplicht worden om hun bronnen bekend te maken. Maar wie mag zich journalist noemen en dus een beroep doen op dit verschoningsrecht? Wie mag zich journalist noemen en zijn archief beschermen met een beroep op de journalistieke waarde?

Is dit blog journalistiek? En het blog dat ik destijds bij de Volkskrant bijhield?

Mochten we denken dat Redings voorstel duidelijkheid schept voor journalisten: nee. Zover zijn we helaas nog niet.