Vrijheid op internet in gevaar
Hoe vrij is het internet eigenlijk? Op dit moment genieten gebruikers van het internet nog in grote lijnen van dezelfde mogelijkheden als altijd. Tieners mogen gekraakte games downloaden of mp3’tjes van het net plukken. Volwassenen boeken er hun vakantie of bestellen het nieuwste boek van Dan Brown. Dankzij die vrijheid is het web een bron van creativiteit en economische groei geworden.
Toch is het maar de vraag of deze speelruimte nog lang zo onbegrensd zal blijven. Overheden en grote bedrijven doen hun best om muren op te bouwen. Daarvoor voeren zij een hele reeks aan argumenten aan, die teruggebracht kunnen worden op twee fundamentele tegenstellingen. Overheden willen de ruimte verkleinen met het een beroep op de veiligheid. Het bedrijfsleven, vooral de creatieve industrie, wil de vrijheid inperken met een beroep op intellectueel eigendom en copyrights die geschonden worden. Onder dit debat ligt nog een andere vraag, die met name bij grote mediabedrijven en internetproviders een rol speelt: hoe kunnen we de consument meer laten betalen voor het gebruik van het internet?
Deze week werd bekend dat India, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië bepaalde diensten van de smartphones van Blackberry willen verbieden. Deze diensten maken gebruik van een geavanceerd systeem om verkeer over internet te versleutelen. De geheime diensten van deze landen vrezen dat ze niet in staat zullen zijn de codes te kraken die criminelen en terroristen gebruiken.
Een tweede voorbeeld komt uit eigen land, waar de stichting Brein, die opkomt voor de belangen van copyrighthouders (auteurs en componisten, ofwel de uitgevers en de muziekindustrie) heeft aangekondigd dat ze mogelijk aangifte gaat doen tegen mensen die software en muziek downloaden van het internet. Brein had geëist dat een aantal internetproviders de toegang zouden afsluiten tot populaire download-sites zoals Pirate Bay. Zij weigerden dat, deels omdat zij dit in strijd achtten met hun fundamentele taak: toegang verschaffen tot internet. Het behoort niet tot de taak van providers om controle uit te oefenen op de inhoud van de websites. De rechter gaf hun gelijk; waarop Brein aankondigde dat het mogelijk zijn pijlen zou gaan richten op individuele downloaders.
En dan is er nog de lobby in Washington, waar telefoon- en kabelmaatschappijen een lobby voeren om het internet opnieuw in te richten. Zij pleiten voor de bouw van een twee-sporensysteem: een boemellijntje waar het gebruik van internet relatief goedkoop zou blijven, en een hoge-snelheidslijn waar de gebruiker met enorme snelheden overheen zoeft. Voor dat privilege dient hij dan wel extra te betalen, natuurlijk. De beste manier, zeggen ondernemingen als Amazon en AT&T, om de belangen van de consument te beschermen.
Het wezen van het internet is zijn neutraliteit. Het net is een informatiedrager, precies als papier. Zeer efficiënt en democratisch, dat wel, daarom is het juist zo populair geworden. Maar alleen in de meest ontaarde dictaturen wordt de informatieverspreiding op papier beknot. Zonder de fundamentele vrijheid die we op het web kennen zouden Youtube of Twitter niet zijn ontstaan, want al in de kiem gesmoord door een rechtszaak over patenten, copyrights, of gekeeld door een bemoeizuchtige overheid. Als ook maar een van de bedreigingen werkelijkheid wordt, zullen we geen nieuwe Googles, Facebooks of Amazons meer zien ontstaan.
Hoe vrij is het internet eigenlijk? Op dit moment genieten gebruikers van het internet nog in grote lijnen van dezelfde mogelijkheden als altijd. Tieners mogen gekraakte games downloaden of mp3’tjes van het net plukken. Volwassenen boeken er hun vakantie of bestellen het nieuwste boek van Dan Brown. Dankzij die vrijheid is het web een bron van creativiteit en economische groei geworden.
Toch is het maar de vraag of deze speelruimte nog lang zo onbegrensd zal blijven. Overheden en grote bedrijven doen hun best om muren op te bouwen. Daarvoor voeren zij een hele reeks aan argumenten aan, die teruggebracht kunnen worden op twee fundamentele tegenstellingen. Overheden willen de ruimte verkleinen met het een beroep op de veiligheid. Het bedrijfsleven, vooral de creatieve industrie, wil de vrijheid inperken met een beroep op intellectueel eigendom en copyrights die geschonden worden. Onder dit debat ligt nog een andere vraag, die met name bij grote mediabedrijven en internetproviders een rol speelt: hoe kunnen we de consument meer laten betalen voor het gebruik van het internet?
Deze week werd bekend dat India, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië bepaalde diensten van de smartphones van Blackberry willen verbieden. Deze diensten maken gebruik van een geavanceerd systeem om verkeer over internet te versleutelen. De geheime diensten van deze landen vrezen dat ze niet in staat zullen zijn de codes te kraken die criminelen en terroristen gebruiken.
Een tweede voorbeeld komt uit eigen land, waar de stichting Brein, die opkomt voor de belangen van copyrighthouders (auteurs en componisten, ofwel de uitgevers en de muziekindustrie) heeft aangekondigd dat ze mogelijk aangifte gaat doen tegen mensen die software en muziek downloaden van het internet. Brein had geëist dat een aantal internetproviders de toegang zouden afsluiten tot populaire download-sites zoals Pirate Bay. Zij weigerden dat, deels omdat zij dit in strijd achtten met hun fundamentele taak: toegang verschaffen tot internet. Het behoort niet tot de taak van providers om controle uit te oefenen op de inhoud van de websites. De rechter gaf hun gelijk; waarop Brein aankondigde dat het mogelijk zijn pijlen zou gaan richten op individuele downloaders.
En dan is er nog de lobby in Washington, waar telefoon- en kabelmaatschappijen een lobby voeren om het internet opnieuw in te richten. Zij pleiten voor de bouw van een twee-sporensysteem: een boemellijntje waar het gebruik van internet relatief goedkoop zou blijven, en een hoge-snelheidslijn waar de gebruiker met enorme snelheden overheen zoeft. Voor dat privilege dient hij dan wel extra te betalen, natuurlijk. De beste manier, zeggen ondernemingen als Amazon en AT&T, om de belangen van de consument te beschermen.
Het wezen van het internet is zijn neutraliteit. Het net is een informatiedrager, precies als papier. Zeer efficiënt en democratisch, dat wel, daarom is het juist zo populair geworden. Maar alleen in de meest ontaarde dictaturen wordt de informatieverspreiding op papier beknot. Zonder de fundamentele vrijheid die we op het web kennen zouden Youtube of Twitter niet zijn ontstaan, want al in de kiem gesmoord door een rechtszaak over patenten, copyrights, of gekeeld door een bemoeizuchtige overheid. Als ook maar een van de bedreigingen werkelijkheid wordt, zullen we geen nieuwe Googles, Facebooks of Amazons meer zien ontstaan.
Dag buurman,
leuke column en mooie site! Ik heb er zojuist zelf een korte blog aan gewijd en uiteraard verwezen naar je column!
Eerste keer dat ik je site vind. Veel succes!!
Persoonlijk denk ik dat het eindeloos oprekken van copyrighttermijnen op zichzelf al het failliet van de doelstelling onderstrepen. De enorme rechtzaken en high finance lobbygroepen om nog maar die kip met gouden eieren veilig te stellen is ook een teken aan de wand. Een stukje inperken en wat minder krampachtig doen levert meer creatieve werken op. Dat was het doel toch? Niet dan?
Dat eindeloos geroep om blokkades en censuur verteld mij dat ook de politici niet weten met welk een vuur ze spelen. Bang zijn ze wel. Iemand zin om uit te leggen hoe dom censuur is?
Onder die net-neutraliteit ligt nog een dieper probleem, dat van “eerlijk zullen we alles delen”, oftewel “fairness”, de aannames en algoritmen die binnen TCP er voor moeten zorgen dat niet een iemand het hele netwerk voor zichzelf kan opeisen. Blijkt dat de gemaakte aannames er wel eens naast konden zitten en erger, dat p2p software er een gewoonte van heeft gemaakt door de mazen van het model heen te navigeren. Dat is een reden waarom die applicaties zo vreselijk veel bandbreedte vreten, waar de providers een beetje ziek van worden. Begrijpelijk. De net neutraliteit discussie is echter op oud-Amerikaanse wijze in een voor/tegen slagveld ontaard op breuklijnen die er maar zijdelings toe doen. Jammer.
I had been arguing with my close friend on this issue for quite a while, base on your ideas prove that I am right, let me show him your webpage then I am sure it must make him buy me a drink, lol, thanks.
– Lora