Gijsbert Kamer, ex-collega en popjournalist van de Volkskrant, heeft de long tail ontdekt. Alleen noemt hij het niet zo. In een recente blogpost signaleert hij ‘het failliet van de mainstream popcultuur’. Er zijn geen nieuwe groepen of solo-artiesten meer die in hun eentje een heel stadion vol kunnen krijgen; de tijd van de mega-successen is voorbij. Geen nieuwe Michael Jacksons, Madonna’s, U2’s of Simple Minds meer; de meest succesvolle groepen die het afgelopen decennium bij een groot publiek zijn doorgebroken (Muse en Coldplay) zijn op de vingers van een hand te tellen en kunnen niet tippen aan het succes van weleer.
Dat is helemaal geen bijzonder fenomeen van de popmuziek, maar doet zich ook op andere culturele fronten voor. Massacultuur is niet zo massaal meer; in zijn plaats is versnippering van de aandacht gekomen. Mooi toch, zou je zeggen, omdat in de long tail van de popmuziek plaats is voor iedereen. Elke bijzondere interesse kan bevredigd worden, want er is altijd wel een artiest of groepje dat zijn creatieve uitingen in jouw niche uitstort.
Kamer citeert met instemming acteur Douglas Coupland, die vaststelt dat internet als massamedium de versnippering in de hand werkt. Er is geen discours meer, of nu in de politiek of de kunst is, dat in staat is een groot massapubliek aan zich te binden. Het risico van die ontwikkeling is natuurlijk dat er ook geen gemeenschappelijke conversatie meer plaatsvindt. Als ieder in zijn eigen hoekje zit en zijn blikveld beperkt tot zijn onmiddellijke omgeving, hoe ontdek je dan de grensoverschrijdende nieuwe fenomenen?
Zoals zo vaak is de techniek van internet hier niet alleen een probleem, maar meteen ook de oplossing. Want anders dan vroeger zijn het niet meer de distributeurs en kapitaalkrachtige uitgevers die met hun marketingbudgetten bepalen wat een hit wordt en wat niet; het zijn de creatievelingen zelf, die met niet veel meer dan heel veel kwaliteit en een slimme inzet van nieuwe media het volgende grote kassucces kunnen bouwen.
De markt raakt versnipperd, natuurlijk, maar feitelijk is dat een terugkeer naar de tijden van vroeger, vóór de massacultuur. Toen waren artiesten ook slechts in kleine kring bekend, in hun eigen regio, of bij een kleine elite. Het verschil is natuurlijk dat er in deze tijd voor echte kwaliteit geen culturele of regionale grenzen bestaan, dankzij internet.
Het uitblijven van de megahits zegt naar mijn idee meer over het onvermogen van (pop-)artiesten om nieuwe media op een slimme manier in te zetten, dan over hun artistieke kwaliteiten.