Mijn collega Thom Meens, tevens Ombudsman van de Volkskrant, heeft vandaag het vierde deel gepubliceerd van wat langzamerhand een miniserie is geworden over de Volkskrantblogs.
Laat ik voorop stellen dat ik het prettig vind dat ons experiment zo op de voet wordt gevolgd door de collega’s van de papieren krant. Ik zou het veel erger vinden als we genegeerd zouden worden. Verklaring: internet is lang door veel ‘papieren’ collega’s gezien als een dump die vooral veel geld kostte, die misschien nodig was, maar die verder niets opleverde: geen journalistieke relevantie, en geen geld. Geleidelijk aan is dat beeld, ik denk zo sinds 2001 (het dieptepunt van de internet-crash) aan het verschuiven gegaan; en inmiddels is het volkomen achterhaald. De internetredactie van de Volkskrant mag zich nu verheugen in een grote populariteit, wat ook wordt weerspiegeld in hoofdredactioneel beleid: de internetredactie is bijvoorbeeld de enige die mag uitbreiden en waarin fors wordt geïnvesteerd. Er heeft werkelijk een tamelijk radicale cultuurswitch plaatsgevonden.
Wat niet wegneemt dat er nog veel misverstanden bestaan over het wezen van internetjournalistiek, over de specifieke kenmerken ervan, en over de doelstellingen die we als moderne krant zouden moeten nastreven. De internetredactie en de hoofdredactie hebben het afgelopen jaar heel intensief samengewerkt om die doelstellingen te bepalen. Er is al veel veranderd in de krant en op onze site (zie bijvoorbeeld dit Volkskrantblog), en er gaat nog veel meer gebeuren in de komende maanden. Wie de krant en/of de site volgt, zal dat vanzelf wel zien.
De kritiek van de Ombudsman komt eigenlijk op twee dingen neer: hij kan er niet tegen dat er anoniem wordt geblogd; en hij vindt dat de kwaliteit niet deugt.
Over het anoniem bloggen heb ik me al eerder uitgelaten (hier en hier). Ik vind het verwerpelijk, belachelijk en ongelooflijk klein en laf als mensen zich verschuilen achter pseudoniemen om veilig anderen te beschimpen en stoere politieke uitspraken te doen. Dat is de praktijk bij Geenstijl; de ongelooflijke oppervlakkigheid van die site maakt dat die werkelijk slechts interessant is voor kleuters, en gegeven de reacties die daar worden gegeven, blijkt dat ook hun voornaamste doelgroep. Maar ik heb er geen problemen mee als mensen in hun soms erg persoonlijk getinte online dagboek hun naam niet wensen prijs te geven.
Ook over de kwaliteit van het Volkskrantblog heb ik al eerder geschreven (hier, de laatste keer). En die is zo goed als je mag verwachten van dit iniatief. Er zijn pareltjes, er is bagger, en er is heel veel middelmaat. Prima: dat krijg je als je een openbaar weblog inricht waar iedereen zijn zegje mag doen. Natuurlijk streven we continu naar kwaliteitsverbetering. Lijkt me nogal logisch; en we zijn er nog lang niet uit hoe we dat het beste kunnen doen. Op dit moment zijn het de bezoekers die de kwaliteit bepalen door middel van hun aanbevelingen. Dat is een systeem met voordelen, maar er zijn ook nadelen.
De alternatieven die de Ombudsman voorstelt bevallen me absoluut niet, en dat schrijft hij ook keurig op. Het dwingen tot het bloggen onder de echte naam (wie controleert dat?) of de beperking van de deelname tot Volkskrant-abonnees of geregistreerde sitebezoekers, zou indruisen tegen alles wat we de afgelopen maanden hebben bevochten. Dat zal dus ook niet gebeuren – de Ombudsman is een onafhankelijk instituut binnen de krant, maar hij is niet de baas over het Volkskrantblog.
De ultieme doelstelling laat zich misschien zo formuleren: de journalistiek moet uit de ivoren toren, want het nieuws en de interpretatie ervan zijn niet langer voorbehouden aan professionele journalisten. Het Volkskrantblog moet ertoe bijdragen dat de kloof tussen professionele journalistiek en maatschappij kleiner wordt.