Gastheer in de bezemkast

We hebben, voor het eerst, een Volkskrantblogger verwijderd. Het was een moeilijk besluit, een beslissing die je pas in laatste instantie neemt. Een gast moet het wel heel bont maken wil je hem de deur wijzen.

Tijdens de commotie die volgde op de verwijdering moest ik denken aan de uitspraak die Marco Pastors, wethouder te Rotterdam, de kop heeft gekost. Volgens Pastors ligt criminaliteit onder moslims gecompliceerder dan wangedrag in andere groepen, omdat moslims vaak hun geloof als legitimatie opvoeren voor hun daden. Coalitiegenoot CDA vond dat Pastors, lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam, daarmee een half jaar oude afspraak had geschonden en kon niet langer met hem samenwerken.

Is daarmee Pastors’ vrijheid van meningsuiting geschonden? Het antwoord op die vraag hangt naar mijn idee sterk af van de definitie van vrijheid. Hij komt met zijn uitspraak niet in de gevangenis. Zijn leven loopt geen gevaar – ervan uitgaande dat er geen radicale moslims met geweld genoegdoening komen eisen. Maar zijn werk als wethouder moet hij, voorlopig, opgeven.

Aan de andere kant: in het maatschappelijk verkeer moeten afspraken worden nagekomen. Dat is in de politiek niet anders dan in de handel of bij de overheid.Afspraken over spreekbevoegdheid zijn aan de orde van de dag. Als ik de vuile was van de Volkskrant ga buitenhangen, mag ik bij de hoofdredacteur op bezoek en staat mijn baan op de tocht. Dat vind ik volstrekt normaal en ik beschouw dat niet als een inperking van mijn vrijheid van meningsuiting.

Naar mijn idee staat het Rotterdamse CDA dan ook in zijn recht om het opstappen van Pastors te eisen. Pastors van zijn kant heeft het volste recht om te vinden wat hij vindt, dat van de daken te schreeuwen en te proberen daarmee verkiezingen te winnen – los van wat je vindt van de inhoud van zijn uitspraken.

Wij legitimeerden de verwijdering van de Volkskrantblogger met een verwijzing naar de gebruiksvoorwaarden. De maatregel maakte felle reacties los onder de bezoekers van de site. Sommige gebruikers steunden ons, want vonden de verwijderde blogger een grove lastpak; maar anderen hekelden de aanpak van de blog-redactie: we pleegden censuur, en we tastten de vrijheid van meningsuiting aan.

Het zal geen verbazing wekken dat wij ons die aantijging flink aantrekken, vooral omdat we hem zelf onterecht vinden. Wie op het Volkskrantblog zijn geschriften, foto’s of video’s wil plaatsen, moet zich aan een aantal simpele regels houden. Die zijn vooral ingesteld om ons juridisch te beschermen. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan om berichten te plaatsen waarop copyright van andere partijen berust. Ook willen we geen porno. En we willen geen inhoud die andere mensen onevenredig benadeelt of belastert.

Is het censuur als we bijdragen verwijderen die we in strijd vinden het deze regels? Misschien wel, als je vindt dat het CDA in Rotterdam censuur pleegt door Marco Pastors de mond te snoeren waardoor hij niet meer kan zeggen wat hij denkt. Naar mijn mening is dat echter helemaal niet het geval. Pastors kan op veel andere plekken terecht met zijn mening; alleen niet meer als wethouder in een college met het CDA. Mensen die bij ons worden weggestuurd, staat het allicht vrij om elders te gaan webloggen of een eigen website te beginnen, waar ze kunnen doen wat ze willen. Alleen hoeft de Volkskrant er dan niks meer mee te maken te hebben.

Sommige reacties op de verwijdering waren oprecht teleurgesteld, boos ook. Prima. Minder prima vind ik de verdachtmakingen over onze integriteit en onze motieven. Toch laten we ons veel welgevallen. Ze horen bij de cultuur van internet en we moeten er maar aan wennen. De tijd is echt voorbij dat de kwaliteitsmedia zich konden verschuilen op een stuk krantenpapier dat slechts voor een kleine groep beroepsjournalisten toegankelijk was. Over de papieren krant hebben we nog steeds alle controle. Over het weblog regeren alleen de gebruiksvoorwaarden. Dat daar soms dingen worden geschreven, ook over onszelf, die we vervelend vinden, moeten we accepteren.

Weblogger ‘Wilma’ maakte iets soortgelijks mee. Zij schreef een stuk over de verwijdering, blogger ‘Corrie’ pakte de draad op en startte een interessante discussie over de grens tussen de vrijheid van meningsuiting en wetsovertreding. Wilma schrijft: ‘Corrie voorzag mijn bijdrage naar haar eigen interpretatie van commentaar en legde onder andere een verband met literatuur en pornografie. Dat leverde een stroom reacties op die soms regelrecht in tegenspraak waren met mijn stelling.’

En Wilma vervolgt: ‘Ook op mijn log voltrok zich een discussie die op een gegeven moment zo’n beetje buiten mij om verder ging. Alsof zich onder mijn dak een feestje aan het voltrekken was, terwijl ik als gastvrouw vertwijfeld in de bezemkast was gaan zitten. Inmiddels heeft een laatste gast, die zich ongenood in de feestvreugde had gemengd, scheldend het pand verlaten.’

En dat is denk ik wel een goede omschrijving. Op internet kan iedereen aan de haal gaan met je woorden.

In alle commotie kon ik ook mijn mening over het anoniem publiceren, waarover mijn vorige digitaal bericht ging, verder aanscherpen. Ik schreef dat ik het vaak laf vind als mensen met een duidelijke politieke overtuiging zich op het internet achter een pseudoniem verschuilen. Nu begrijp ik dat beter. Je raakt snel de macht over het stuur kwijt op het internet. Waar het eigenlijk om gaat, wordt pregnant verwoord door blogger ‘Qabouter’: het is pas laf als mensen zich achter een pseudoniem verschuilen ‘omdat ze graag willen provoceren, schelden, beledigen, zonder daarmee in problemen te komen met vrienden, werkgever of boze slachtoffers die fysiek verhaal komen halen’.

Nawoord: deze column staat vandaag in de krant, in de wekelijkse rubriek digitale berichten. Voor de regelmatige bezoekers bevat de column geen nieuws. Maar de rubriek in de krant is ook bedoeld om de krantenlezer op de hoogte te brengen van wat zich hier allemaal afspeelt. (Dit nawoord staat alleen online)