Maak publieke omroep écht publiek

De snelste en best doordachte reactie op het VVD-plan om de internetactiviteiten van de omroepen te kortwieken, kwam van GeenStijl-oprichter Ambroos Wiegers. Wiegers maakt korte metten met het voornemen. Het enige bezwaar dat ik tegen zijn analyse heb, is dat het plan volgens hem het gevolg is van een jarenlange lobby van de krantenbazen. Ik ben bang dat dat te veel eer is. Volgens mij was het VVD-kamerlid van Miltenburg zelf die op eigen kracht, met nul verstand van zaken, het idee lanceerde.
Niet dat het de krantenuitgevers slecht uitkomt. Integendeel. De hoofdredacteur van de Volkskrant noemt het voor de kranten ‘een goede ontwikkeling’. Dat vind ik een kortzichtige reactie. Natuurlijk is er sprake van concurrentievervalsing door de publieke omroep, maar die vindt over de hele linie plaats, niet alleen op het internet.  De  omroep heeft een wettelijk opgelegde taak om onder meer nieuws en actualiteiten te presenteren. Daarvoor krijgen de omroepen niet alleen zo’n 800 miljoen euro per jaar overgemaakt, maar maken ze ook nog gebruik van extra reclame-inkomsten. Tegelijk is het de omroepen verboden om extra commerciële activiteiten te ontplooien.
Het is tegen die rare constructie dat de krantenuitgevers te hoop zouden moeten lopen. Mijn pleidooi zou zijn: maak publiek ook werkelijk publiek.
Op de eerste plaats: de ster moet afgeschaft. De ster werkt verstorend op de markt, omdat het advertentiegelden binnensleept die anders naar puur commerciële partijen zou gaan. Op de tweede plaats:  de omroep zit op haar eigen producten als een hen op haar eieren. Dat is raar: wat met publiek geld gefinancierd is, is van ons allemaal. Zie de hele discussie rondom de publicatierechten van de programmagegevens. Het heeft decennia geduurd voordat de omroep eindelijk in beweging kwam en het goed vond dat derde partijen, zij het mondjesmaat, toegang kregen tot de gegevens.
Dat moet rigoureus anders. Alles wat de omroep publiceert, moet publiek bezit worden. En dan, Anouchka van  Miltenburg, op een moderne manier. Weet u, met dat internet kun je tegenwoordig best wel veel. Heeft u wel eens op Wikipedia gekeken? Klein voorbeeldje van modern gebruik van internet. En publiek bezit, letterlijk. U en ik kunnen zo meteen  het lemma dat over u gaat, aanpassen naar ons eigen inzicht. Ik zou er bijvoorbeeld in kunnen zetten dat u weinig verstand heeft van media.
Alle omroepproducties moeten op zo’n manier ontsloten worden. Stel het bewerkte én het ruwe audio en videomateriaal beschikbaar voor bewerking door wie maar wil. Dat kunnen commerciële partijen zijn zoals krantenuitgevers, maar ook de buurjongen die zijn eigen mashup wil maken van Paul de Leeuw en Sacha de Boer.
Overigens schuilt in dit voorbeeld (Paul de Leeuw) ook meteen een ander probleem in de huidige omroepwet. Want Paul de Leeuw drijft een commerciële onderneming, die zelf de rechten heeft op zijn programma’s en slechts een uitzendlicentie verkoopt aan de VARA. Ook van dit soort rare constructies moeten we dus af. Programma’s die met publiek geld van derden worden gekocht, worden publiek bezit. Klaar. Anders kopen we ze maar niet. En wil Paul de Leeuw dit niet? Geen probleem toch – er zijn genoeg commerciële partijen waar hij zijn programma’s aan kan slijten. Lossen we meteen een ander probleem op: hoe zorgen we dat de publieke omroep kwaliteit kan waarborgen en niet hoofdzakelijk rotzooi uitzendt die geschikt is om Henk, Ingrid en Anouchka van Miltenburg tevreden te laten onderuitzakken.

De snelste en best doordachte reactie op het VVD-plan om de internetactiviteiten van de omroepen te kortwieken, kwam van GeenStijl-oprichter Ambroos Wiegers. Wiegers maakt korte metten met het voornemen. Het enige bezwaar dat ik tegen zijn analyse heb, is dat het plan volgens hem het gevolg is van een jarenlange lobby van de krantenbazen. Ik ben bang dat dat te veel eer is. Volgens mij was het VVD-kamerlid van Miltenburg zelf die op eigen kracht, met nul verstand van zaken, het idee lanceerde.

Niet dat het de krantenuitgevers slecht uitkomt. Integendeel. De hoofdredacteur van de Volkskrant noemt het voor de kranten ‘een goede ontwikkeling’. Dat vind ik een kortzichtige reactie. Natuurlijk is er sprake van concurrentievervalsing door de publieke omroep, maar die vindt over de hele linie plaats, niet alleen op het internet. De omroep heeft een wettelijk opgelegde taak om onder meer nieuws en actualiteiten te presenteren. Daarvoor krijgen de omroepen niet alleen zo’n 800 miljoen euro per jaar overgemaakt, maar maken ze ook nog gebruik van extra reclame-inkomsten. Tegelijk is het de omroepen verboden om extra commerciële activiteiten te ontplooien.

Het is tegen die rare constructie dat de krantenuitgevers te hoop zouden moeten lopen. Mijn pleidooi zou zijn: maak publiek ook werkelijk publiek.

Op de eerste plaats: de ster moet afgeschaft. De ster werkt verstorend op de markt, omdat het advertentiegelden binnensleept die anders naar puur commerciële partijen zou gaan. Op de tweede plaats: de omroep zit op haar eigen producten als een hen op haar eieren. Dat is raar: wat met publiek geld gefinancierd is, is van ons allemaal. Zie de hele discussie rondom de publicatierechten van de programmagegevens. Het heeft decennia geduurd voordat de omroep eindelijk in beweging kwam en het goed vond dat derde partijen, zij het mondjesmaat, toegang kregen tot de gegevens.

Dat moet rigoureus anders. Alles wat de omroep publiceert, moet publiek bezit worden. En dan, Anouchka van Miltenburg, op een moderne manier. Weet u, met dat internet kun je tegenwoordig best wel veel. Heeft u wel eens op Wikipedia gekeken? Klein voorbeeldje van modern gebruik van internet. En publiek bezit, letterlijk. U en ik kunnen zo meteen het lemma dat over u gaat, aanpassen naar ons eigen inzicht. Ik zou er bijvoorbeeld in kunnen zetten dat u weinig verstand heeft van media.

Alle omroepproducties moeten op zo’n manier ontsloten worden. Stel het bewerkte én het ruwe audio en videomateriaal beschikbaar voor bewerking door wie maar wil. Dat kunnen commerciële partijen zijn zoals krantenuitgevers, maar ook de buurjongen die zijn eigen mashup wil maken van Paul de Leeuw en Sacha de Boer.

Overigens schuilt in dit voorbeeld (Paul de Leeuw) ook meteen een ander probleem in de huidige omroepwet. Want Paul de Leeuw drijft een commerciële onderneming, die zelf de rechten heeft op zijn programma’s en slechts een uitzendlicentie verkoopt aan de VARA. Ook van dit soort rare constructies moeten we dus af. Programma’s die met publiek geld van derden worden gekocht, worden publiek bezit. Klaar. Anders kopen we ze maar niet. En wil Paul de Leeuw dit niet? Geen probleem toch – er zijn genoeg commerciële partijen waar hij zijn programma’s aan kan slijten. Lossen we meteen een ander probleem op: hoe zorgen we dat de publieke omroep kwaliteit kan waarborgen en niet hoofdzakelijk rotzooi uitzendt die geschikt is om Henk, Ingrid en Anouchka van Miltenburg tevreden te laten onderuitzakken.

Echte journalistiek: compleet, consistent en overzichtelijk

Toen ik gisteravond de bijlage van de NRC over het regeerakkoord zat door te nemen, moest ik denken aan de recente discussie over de toegevoegde waarde van de journalistiek. Wat kenmerkt nou deze bijlage: het biedt een redelijk compleet overzicht van álle belangrijke punten uit het regeerakkoord, waarbij op een consistente manier zowel een partijpolitieke uitleg wordt gegeven (is VVD, dan wel CDA of PVV winnaar op dit punt) als ook een inhoudelijke analyse wordt gemaakt van het beleid.

Kernbegrippen hierbij zijn dus de combinatie van compleetheid, consistentie en overzichtelijkheid. De fysieke uitingsvorm (een papieren bijlage) doet er niet toe; dit had ook in de vorm van een heel mooie presentatie, een infographic, of een website gepresenteerd kunnen worden. Het gaat me om de inhoud, om die kernbegrippen. Volgens mij ondersteunen die mijn stelling dat de professionele journalistiek een toegevoegde waarde behoudt boven alles wat er aan content op het internet wordt gepubliceerd; hoe belangrijk dat ook is.

Mediavoornemens Rutte stralen armoede uit

Woensdag vroeg iemand mij wat ik van de mediaplannen van het nieuwe kabinet vind. Geen idee, eerlijk gezegd. Natuurlijk weet ik van de voorgestelde bezuinigingen op de publieke omroep (joepie – ik ben een groot voorstander van een sterke publieke omroep, maar die kun je alleen maar inrichten als het huidige bestel volledig op de schop gaat), maar of het kabinet ook nog andere plannen had op het gebied van media?

Het regeerakkoord er maar eens op nageslagen. Lang bladeren. Uiteindelijk kom ik op pagina 33 een paar alinea’s tegen. Eerst onder het kopje cultuur. ‘De creatieve industrie draagt door innovatie bij aan economische ontwikkeling’, staat er onder andere. En ‘Culturele instellingen en kunstenaars worden meer ondernemend en gaan een groter deel van hun inkomsten zelf verwerven’. Hmmm. Misschien heb ik het mis hoor, maar volgens mij is een regeerakkoord bedoeld om de plannen van een nieuw kabinet voor de komende jaren vast te leggen.  Dit zijn geen plannen, maar waarnemingen. Onbewezen waarnemingen, zelfs. Het is maar de vraag of ze kloppen.

Even verderop dan het kopje Media. Daar zou ik verwachten iets tegen te komen over de noodlijdende positie van de kranten, en wat de mening van het kabinet is over de rol van de media in een democratische samenleving. Geen woord. In dit akkoord zijn de media verengd tot de publieke omroep. Daar wordt dan wel relatief over uitgeweid, maar  zonder een greintje visie. De plannen worden ingegeven door bezuinigingsdrift, maar als je toch alles om gaat gooien, zou dit dan niet ook een mooie gelegenheid zijn om het hele bestel eens fundamenteel tegen het licht te houden? Met een politieke blik in plaats van het boekhoudersperspectief?

Dat lijkt me de eerste gemiste kans. 

Er is ook nog een kopje Internet. Ha, zou de argeloze lezer kunnen denken, het nieuwe kabinet heeft de kerstboodschap van de majesteit opgepakt en komt met een visie over internet als communicatiekanaal, internet en sociale media, internet en privacy, internet en copyrights – al die problemen rondom het internet die de komende jaren steeds urgenter dreigen te worden en waarvoor internetgebruikers, consumenten en bedrijven, graag een duidelijk standpunt willen. En wat lezen we daar: ‘Het kabinet bevordert een vrij en open internet’.

Weer een misser. Want wat betekent dat in godsnaam?

Wat zich wreekt in het regeerakkoord, is dat het elke visie op media en cultuur ontbeert. Behalve in de alinea’s over de publieke omroep is het een verzameling platitudes waarvoor CDA en VVD zich zouden moeten schamen. Waar de coalitie wel iets concreter wordt, is het denken aan besparingen de enige leidraad.

Bij nader inzien is het misschien maar goed ook dat de mediaparagrafen in dit regeerakkoord zoveel armoede uitstralen. Dat laat ons nog enige hoop dat er een wezenlijk debat gevoerd kan worden, in de Tweede Kamer maar zeker ook daarbuiten,  over cultuur, media en het internet.

 

Dit is de eerste van twee posts over de plannen van het nieuwe kabinet met media, internet en cultuur.