Klacht Michiel Smit afgewezen

De Raad voor de Journalistiek heeft, met enige vertraging, uitspraak gedaan in de zaak die Michiel Smit, leider van Nieuw Rechts, had aangespannen tegen de Volkskrant en Jaap van der Wijk, beter bekend onder zijn Volkskrantblogpseudoniem Jaap van Nieveld Goudriaen. De klacht van Smit is op alle fronten afgewezen. De volledige uitspraak is hier terug te vinden.

Wie meer wil weten over de achtergronden van de zaak, kan hier en hier terecht.

Smits klacht tegen Van der Wijk is onontvankelijk verklaard, omdat Van der Wijk geen journalist is. Op dat punt heeft de Raad onze argumentatie overgenomen. De Raad is het echter niet met ons eens Smit in de fout ging door de Volkskrant als onderneming aan te spreken, in plaats van de hoofdredacteur, de uitgever, of een redacteur.

De klacht tegen de Volkskrant is ongegrond, vonnist de Raad. Slechts onder bijzondere omstandigheden is plaatsing van een ingezonden brief in de krant (waarmee de herpublicatie van Van der Wijks gewraakte bericht in de papieren krant is te vergelijken) maatschappelijk onaanvaardbaar. Van zulke bijzondere omstandigheden is geen sprake, oordeelt de Raad. Smit moet zich meer laten welgevallen dan de gemiddelde burger, omdat hij er zelf voor kiest een prominente en uitgesproken rol te spelen in het politieke debat. Daarnaast speelt ook een rol dat het Gerechtshof eerder had geoordeeld dat Smit een neo-nazi genoemd mocht worden.

Uiteraard zijn we blij dat het zo is afgelopen. Maar eerlijk gezegd had het me bijzonder verbaasd als het anders was gegaan…

Primeurtje (deel 2)

Een korte update voor iedereen die deel één gelezen heeft.

Smit wilde in één zitting, zo bleek vanmiddag, voor eens en altijd korte metten maken met zijn imago als neo-nazi. Hij had niet alleen het Volkskrantblog op de korrel, maar ook Volkskrant-collega’s Ron Meerhof (onze Rotterdamse correspondent) en Bart Dirks, collega-blogger en correspondent in Brussel. Meerhof en Dirks hadden het gewaagd om Smit in één adem (lees: in één artikel) te noemen met een aantal extreem-rechtse splintergroepjes in Nederland en België. Dat artikel is hier te lezen.

Smit gaf tijdens de zitting toe dat ‘de ene klacht wat sterker is dan de andere’. Maar, voegde hij eraan toe, het gaat mij om het totaalplaatje. Ik wil niet dat iedereen zomaar alles over mij kan schrijven.

Overigens bleek Smit minder problemen te hebben met Volkskrantblogger Jaap van der Wijk als wel met het feit dat de Volkskrant een bericht van Jaap in de krant had geplaatst. Dat hadden we niet mogen doen.

Ons verweer is bekend (zie deel één). Nu maar afwachten wat de Raad voor de Journalistiek zegt. Uitspraak is over vier tot zes weken.

Primeurtje voor Michiel Smit

Over de aanwezigheid van Michiel Smit op het Volkskrantblog is al  het nodige gezegd. Af en toe publiceert hij hier een stukje. En hoewel velen er bij ons op aandrongen om hem aan de deur te weigeren, heeft hij zich tot op heden keurig aan de gebruiksvoorwaarden gehouden. En dus vonden wij dat hij recht had op zijn plek op het Volkskrantblog.

Smit voelt zich echter in zijn eer en goede naam aangetast door een andere Volkskrantblogger. Daarom is hij naar de Raad voor de Journalistiek gestapt. Dat is, voorzover wij weten, een primeur; niet eerder moest dit beroepscollege een uitspraak doen tegen een blogger. Vanmiddag dient de zaak M.Smit vs. de Volkskrant en J. van der Wijk. Laatstgenoemde is hier beter bekend als Jaap van Nieveld Goudriaen. Zijn echte naam mag genoemd, omdat een bericht van zijn hand in de krant van 7 oktober heeft gestaan onder de titel ‘Neo-nazi’s op het Volkskrantblog’. Jaap was toen ‘blogger van de week’.

Smit stelt in zijn klacht: ‘Door op deze wijze zeer ernstige persoonlijke beschuldigingen in mijn richting te plaatsen vind ik dat ik benadeeld ben. Vooral dat er geen verweer van mijn kant mogelijk is, maar dat een en ander voor alle lezers zonder commentaar te lezen is. Door plaatsing, ook van een derde, maakt de Volkskrant zich medeverantwoordelijk voor de inhoud van de “tijdelijke medewerker”.’

Smit vervolgt: ‘Met name maak ik bezwaar tegen het feit dat ik als nieuwe “führer” wordt neergezet. En daaronder een heel verhaal valt te lezen over nationaal-socialisme. Ik wil niet als nieuwe Hitler worden neergezet in een krant als de Volkskrant’.

De Volkskrant zal zichzelf en Jaap van der Wijk als volgt verdedigen:

1. Op de eerste plaats vinden wij dat Smit helemaal niet ontvankelijk is. De Raad voor de Journalistiek behandelt alleen klachten tegen journalisten. De Volkskrant is geen journalist, maar een rechtspersoon waar journalisten in dienst zijn. Jaap van der Wijk is ook geen journalist, maar heeft een heel ander beroep, en is daarnaast ook nog blogger. Smit is met zijn klacht dus aan het verkeerde adres.

2. Mocht Smit toch ontvankelijk zijn, dan voeren we aan dat het belang van vrijheid van meningsuiting in dit geval zwaarder moet wegen dan het belang van Smit om niet aan lichtvaardige verdachtmakingen te worden blootgesteld. Er is geen ‘dringende noodzaak’ om de vrijheid van meningsuiting in dit geval te beperken.

3. Smit heeft in het kader van dezelfde vrijheid van meningsuiting een weblog bij de Volkskrant.

4. De voormalig lijsttrekker van Leefbaar Nederland, Haitske van der Linde, noemde Smit in 2002 ‘zo’n beetje de grootste neonazi uit de Nederlandse politiek. Van der Linde werd strafrechterlijk vervolgd wegens ‘belediging’, maar het Gerechtshof volgde het Openbaar Ministerie in zijn eis om vrijspraak. Volgens het Hof is het dus toegestaan om Smit binnen een politieke discussie een ‘neo-nazi’ te noemen. Het toestaan van het gebruik van de term ‘führer’ volgt daar als vanzelf uit.

5.Smits affiniteit met het neo-nazisme en nazi Duitsland wordt met enige regelmaat bevestigd.

6.Een politicus moet zich meer laten welgevallen dan een willekeurige burger.

7.De publicatie van Jaap van der Wijk stond in eerste instantie op een weblog dat niet vooraf wordt gemodereerd. Publicatie ervan in de papieren krant werd noodzakelijk geacht omdat het een wezenlijke discussie over de rol van het Volkskrantblog en de vrijheid van meningsuiting illustreerde.

Op het moment van schrijven is het oordeel van de Raad voor de Journalistiek vanzelfsprekend nog niet bekend.

Later meer!