Die Balkenende toch… een fan van sociale media

Het gebeurt niet vaak dat de premier en de koningin elkaar tegenspreken. Als het wel gebeurt, is het de moeite van een kleine analyse waard. Balkenende zei gisteren in de Hofstadlezing dat het gebruik van online sociale netwerken moeilijk overschat kan worden. ‘Mensen vinden elkaar niet alleen op de grote sociale netwerken als Hyves, Facebook en Linkedin. Ze vinden elkaar ook in allerlei gespecialiseerde internetgemeenschappen: als liefhebbers van hetzelfde automerk, als jonge ouder, als werkzoekende, als slachtoffer van DSB, als technisch professional of in welke rol dan ook.’

 

Dat staat haaks op de mening van de koningin. Zij had het in haar kersttoespraak juist over de schijn-gemeenschappen die op internet ontstaan en die feitelijk weinig om het lijf hebben. Zij werken eerder eenzaamheid in de hand dan dat zij mensen samenbrengen, aldus de majesteit.

 

De politieke betekenis van het meningsverschil tussen Beatrix en Balkenende is voor deskundigen in het staatsrecht en politicologen interessanter dan voor de burgers. De internettende medemens vraagt zich vooral af hoever hij achterloopt als-ie geen lid is van een sociaal netwerk. Langzamerhand een minderheid overigens; Hyves heeft naar eigen zeggen ruim 9 miljoen leden. Wat mis je nou als je geen Hyver bent? Als ik even voor mezelf spreek: niet veel. Ik heb weliswaar een account, maar die is slapend.

 

Ik denk dat het zinvol is een onderscheid te maken tussen het professionele en het private gebruik van sociale netwerken. Hyves is vooral een ‘privaat’ sociaal netwerk: het wordt gebruikt om op de hoogte te blijven van wat je vrienden en familie uitspoken. LinkedIn is een professioneel sociaal netwerk. Wie actief zijn profiel bijhoudt op LinkedIn wordt het gemakkelijker gemaakt om zijn beroep beter of efficiënter uit te oefenen. Twitter zit daar tussenin. In de Verenigde Staten hebben verschillende kranten ‘sociale-netwerkredacteuren’ aangesteld om de online buzz te volgen.

 

De netwerksamenleving, vervolgt Balkenende, biedt ‘eindeloos veel mogelijkheden om kennis te delen, ervaringen uit te wisselen, een mening te hebben en als groep samen ergens voor te gaan staan’. Klopt ongetwijfeld. Wat mist in Balkenendes analyse is het weerwoord op de koningin. Vormen die netwerken uiteindelijk een verarming van onze ‘echte’ contacten? Verleren wij het om te kijken naar onze naaste buren, vastgelijmd als wij zijn aan het beeldscherm?

 

Als ik de Hofstadlezing had mogen houden, had ik gezegd: nee. Online is een aanvulling op, geen vervanging van ons echte leven. Het stelt ons in staat om meer en rijkere ervaringen op te doen, simpelweg omdat er minder grenzen zijn. En ik had ten minste nog een aanvulling bedacht op Balkenendes verhaal. Want als burgers zich op alle mogelijke manieren kunnen organiseren via min of meer losse, online verbanden, welke rol blijft er dan over voor traditionele instituten die deze organisatie vroeger voor hun rekening namen: de vakbonden? De politiek? De journalistiek?

 

Het is evident dat die een nieuwe definitie moeten zoeken van hun bestaansrecht. Hun oude rol wordt geleidelijk aan overbodig. En een nieuwe hebben ze nog niet gevonden.

 

 

 

Koninklijke clichés met kerst

Het internet en andere moderne communicatiemiddelen mogen zich verheugen in de aandacht van de koningin. Helaas is het vooral negatieve aandacht. De moderne mens is egoïstischer dan ooit, en dat komt omdat we steeds meer communiceren via het beeldscherm, meent de koningin. Daarmee vervalt ze in de oeroude fout: ze verwart het medium met de boodschap.

 

‘De moderne mens lijkt weinig aandacht te hebben voor de naaste. Nu is men vooral met zichzelf bezig’, zegt de koningin in haar kersttoespraak. Een echte verklaring voor die ontwikkeling geeft zij niet; in plaats daarvan doet ze enkele persoonlijke observaties over het wezen van communicatie via internet. Deze opmerkingen slaan echter behoorlijk de plank mis, wat doet vermoeden dat haar ervaringen tweedehands zijn.

 

‘De moderne technische mogelijkheden lijken mensen wel dichter bij elkaar te brengen maar ze blijven op ‘veilige’ afstand, schuilgaand achter hun schermen’, stelt de majesteit. Dat is een wel erg grove generalisatie. Internet heeft helemaal niets veranderd aan de afstand tussen mensen; ze zijn niet dichter bij elkaar gekomen, noch verder van elkaar verwijderd geraakt. Internet is in de grond een communicatiemiddel, niet wezenlijk anders dan de telefoon, de telegraaf, de brief en de postduif. Het grote verschil met die traditionelere middelen is dat internet een laagdrempeliger én ver-reikender medium is. Voor veel mensen is het veel eenvoudiger snel een mailtje te tikken of een reactie achter te laten dan met vulpen in de vingers een brief te componeren. Een mailtje is bovendien snel gekopieerd en naar je hele adressenlijst verstuurd; een reactie op een populaire website kan door duizenden mensen worden gelezen.

 

‘Domweg, grofweg emoties uiten is makkelijk geworden. Op spreken zonder respect wordt niemand meer afgerekend’, zegt ze verder. Het lijkt me sterk dat we hiervan de moderne media de schuld kunnen geven. In sommige kringen moest respect ook vroeger al met een lantaarntje gezocht worden en lagen emoties net zo voor op de tong als nu. Het verschil is natuurlijk dat het internet die kringen toegang geeft tot een groot publiek; vroeger moest je de achterbuurt ingaan om iemand dood te horen wensen, tegenwoordig volstaat een verblijf van vijf minuten op GeenStijl.

 

Daarnaast gaat de koningin volledig voorbij aan de nieuwe verbintenissen die dankzij de moderne communicatiemiddelen ontstaan. Mensen die een hobby of een passie delen treffen elkaar online, gehandicapten hoeven de deur niet meer uit voor een betekenisvolle conversatie maar kunnen die achter hun computerscherm voeren. Op grote gemeenschapssites is het gemakkelijk je contact te hernieuwen met lang verloren gewaande kennissen, collega’s, klasgenoten of vrienden. Op het eigen VKBlog van de Volkskrant vinden dagelijks levendige discussies plaats over politiek, kunst, maatschappij, delen de deelnemers hun dagelijkse zorgen, worden grollen uitgehaald en wordt troost gegeven; het is als een dorp, met alle mooie en minder mooie eigenschappen van het dorpsleven.

 

De koningin toont zich in haar kersttoespraak van haar meest elitaire kant. Natuurlijk kun je je afvragen of virtuele contacten anders gewaardeerd moeten worden dan lijfelijke ontmoetingen. Het antwoord op die vraag komt niet dichterbij door het debiteren van de gemakkelijke platitudes over de moderne communicatiemiddelen waarvan de kersttoespraak bol staat. Een gemiste kans.

 

Dit stuk is op 29 december gepubliceerd in de Volkskrant.