Sociale journalistiek is meer dan het toestaan van reacties

1st June Portuguese Anti-Troika DemonstrationHet is alweer jaren geleden dat ik met de toenmalige collega’s van de Volkskrant discussies voerde over user generated content. Het ging over de noodzaak dat de journalistiek uit zijn ivoren toren kwam, dat er meer echt werd geluisterd naar ons publiek, dat we ons publiek daadwerkelijk een stem gingen geven in het maatschappelijke debat.

De rol van de journalist, zo betoogde ik, verandert van zender (het uitzenden van informatie) naar facilitator van het publieke discours. Ik won er wat zieltjes mee, we startten met het Volkskrantblog, maar het bleef al met al een tamelijk oppervlakkige bedoening. Een belangrijk deel van de oorzaak zat hem in het feit dat de redactie het grotendeels liet afweten in die prachtige infrastructuur die we hadden gebouwd. En ik begreep dat heel goed, want ons publiek bestond, een uitzondering daargelaten, uit querulanten, intriganten, zeurpieten en complotdenkers. Niet het niveau in ieder geval waarop je hoopt als je aan zo’n initiatief begint – hoe arrogant wellicht ook gedacht.

De meeste journalistieke organisaties beperken hun directe bemoeienis met het publiek tegenwoordig tot het bijhouden van een Facebook-pagina en het schoorvoetend toelaten van reacties onder hun artikelen. Echte interactie tussen redacties en hun lezers/kijkers/luisteraars is er nauwelijks. Voor zover het publiek een rol heeft gekregen in de journalistieke productie, is het als dankbaar onderwerp voor straatinterviewtjes, waarbij de mensen wat in een microfoon mogen schreeuwen waarna iedereen weer overgaat tot de orde van de dag.

Jeff Jarvis, professor journalistiek aan CUNY (de universiteit van New York) en befaamd omdat hij als eerste in de wereld de master Entrepreneurial Journalism opzette (iets waarmee Jeroen Smit nu ook aan de RUG begonnen is), publiceerde deze week plannen om een nieuwe master te beginnen in wat hij Social Journalism noemde. Centrale gedachte: de journalistiek verandert van producent van inhoud voor de massa’s naar een verlener van diensten aan individuen en gemeenschappen. Inhoud is opvulling, diensten kunnen dingen in beweging zetten, betoogt hij.

De sociale journalistiek die we tot nog toe plegen (die dus waarbij we volstaan met een FB pagina) verandert feitelijk niets aan de wijze waarop we de wereld verbeelden. De journalist neemt zijn eigen productie als uitgangspunt, en maakt deze productie hooguit iets opener, maar tegelijkertijd ook iets minder betrouwbaar, aldus Jarvis. Het uitgangspunt moet voortaan de gemeenschap zijn die we willen bedienen, haar behoeften en noden. Soms zijn dat behoeften die we kennen: de behoefte aan informatie. Maar soms kan dat ook onderwijs zijn, of het delen van data of gereedschappen, of actie om de gemeenschap beter te organiseren.

Het klint allemaal erg mooi, maar ik blijf zitten met de vraag waarom dit specifiek een journalistieke taak is. Het wordt mij niet duidelijk waarom de journalist zich zou moeten ontwikkelen tot een opbouwwerker of een gemeenschapsactivist; is een journalist niet in eerste instantie vooral een informatiemakelaar?

Kortom: ik denk dat Jarvis voor een groot deel gelijk heeft; maar ik haak af waar hij lijkt te pleiten voor een activistisch soort journalistiek, die kennelijk ook impliceert dat we maatschappelijke en politieke keuzes maken.

Creative Commons LicenseFoto Pedro Ribeiro Simões via Compfight