Journalisten luisteren niet meer

Even dreigde de journalist zijn lezer als volwassen te beschouwen. Dat was een paar jaar terug, toen we spraken over user generated content. Inmiddels zijn de meeste journalisten weer in hun vertrouwde denkpatroon teruggevallen: de lezer hoort in diepe stilte en met respect kennis te nemen van de mening van de scribent.

 

Tien jaar geleden was de journalistiek een simpel vak. Je hoorde van een nieuwtje, zocht zoveel mogelijk invalshoeken en bronnen, tikte het zo helder en mooi mogelijk op, en ging naar huis met het voldane gevoel je salaris verdiend te hebben.

 

Tegenwoordig is de journalistiek een moeilijk vak. Je hoort van een nieuwtje, maar voordat je het hebt kunnen optikken, hebben drieduizend andere mensen er ook van gehoord en gewag van gedaan via Twitter, Facebook, hun weblog, msn of een van de andere manieren die de moderne homo communicator ter beschikking staan. Voordat jij drie bronnen hebt gesproken, hebben zich er tien anderen uit zichzelf gemeld – en ook hun verhaal gedaan bij een publiek van miljoenen.

 

Wat er voor jou overblijft? Kruimels. Die ene zeldzame invalshoek die nog niet op internet aan bod is gekomen. De toevallige toegang tot die ene bron die geen twitter-account heeft. Je expertise? De deskundige commentaren op de nieuwste jaarcijfers van Philips komen van de bancaire analisten die van de studie van Philips hun dagbesteding hebben gemaakt. Daar kun jij, als generalist die behalve Philips ook nog ASML en DSM en tien andere ondernemingen moet volgen, nooit tegenop. De mooi geschreven zin? Wie heeft er nog tijd voor mooie zinnen? Als ik literatuur wil lezen, pak ik wel een roman. De krant moet vooral zakelijk zijn.

 

Een paar jaar terug werd een uitweg gezien in een huwelijk tussen journalisten en lezers (en kijkers). Vanuit die gedachte probeerden tal van media de hekken om de redacties weg te halen. Lezers mochten bloggen. Lezers mochten commentaren achterlaten. En de journalistiek: die moest zich open tonen. Voor kritiek en suggesties, voor lof en hoon. De journalistiek? Dat werd een conversatie. Weg met het eenrichtingsverkeer, leve het gesprek. Het motto was: user generated content – letterlijk: door gebruikers gemaakte inhoud.

 

Het probleem van de huidige journalistiek is dat deze gedachten (misschien moet je ze wel idealen noemen) nooit gemeengoed zijn geworden. Integendeel. Journalisten horen nou eenmaal niet tot het meest progressieve slag mensen. In het beste geval treden ze hun lezers welwillend tegemoet zonder ze al te serieus te nemen. In het slechtste geval vinden ze dat hun publiek vooral bestaat uit zeurpieten. Invloed van lezers op jouw productie? Alsjeblieft niet!

 

Die gevoelens van wantrouwen werden gevoed doordat de paar experimenten met user generated content, om het zacht te zeggen, geen overdreven succes werden. Het vkblog (het blogplatform van de Volkskrant. Disclaimer: ik ben een van de bedenkers ervan) is een prachtig platform dat veel bezoek trekt, maar journalistiek van weinig waarde is gebleken. Als deze en andere experimenten in journalistiek opzicht tegenvallen, dan zou je hopen dat ze ten minste commercieel waardevol zijn. Maar ook dat is niet het geval. Natuurlijk, ze trekken een fors publiek, maar dat staat niet gelijk aan forse inkomsten.

 

Wat we nu feitelijk zien gebeuren, is dat een flink aantal grote krantenuitgevers besloten heeft om de idealen van wisselwerking tussen journalistiek en publiek ten grave te dragen. In hun wanhoop nemen Rupert Murdoch, de New York Times en anderen hun toevlucht tot een oud en beproefd, maar mislukt middel: ze willen het publiek laten betalen voor toegang tot hun sites. Zo dreigt de serieuze journalistiek nog verder te vervreemden van zijn publiek. Het is een stap naar achteren, terwijl de journalistiek, nu meer dan ooit, juist gebaat is bij innovatie en modernisering.

 

Een kort, zeker niet uitputtend lijstje: zonder user generated content was de berichtgeving over de metro-aanslagen in Londen, over de opstanden in Iran en Birma, over de noodlanding van het US-Airways toestel in de Hudson en de crash van het Turkish Airlines-vliegtuig in de polder bij Schiphol, over de terroristische aanvallen op Mumbay en de aardbevingen in Haïti en Chili… nou ja, u begrijpt wat ik bedoel. Zonder bloggers hadden we minder, later of minder indringend of misschien wel helemaal niet geweten over de perikelen van Google in China of de problemen van vrouwen in de Arabische wereld.

 

Wat de journalistiek veel beter moet leren: hoe om te gaan met al die content. Hoe het sneller op te pikken, en er de traditionele journalistieke werkwijze op moet loslaten: filteren, checken, selecteren, prioriseren, presenteren. Helaas vergt dit innovatiekracht en een switch in het denken. En daar staan de hoofden van uitgevers en hoofdredacteuren niet erg naar.