Campagnestrategen missen internet

Ondanks al het getwitter van lokale politici en Tweede-Kamerleden, hebben de nieuwe media de uitslag van de verkiezingen niet bepaald. Heel ouderwets: politici moeten het gewoon nog steeds hebben van hun imago en van de oude media om dat imago neer te zetten. De televisie voorop, kranten op een stevige tweede plek, radio doet een klein beetje mee, en op heel grote afstand volgen nieuwe mediakanalen als Twitter en de netwerksites als Facebook en LinkedIn.

 

Internet werkt als een gigantische versterker. Het is een megafoon die de stemmen van politici en, in hun verlengde, de traditionele media honderdvoudig versterkt. Dat komt omdat de meeste actieve internetters – de mensen die bloggen, commentaren achterlaten op forums, zelf twitteren of een profiel onderhouden op Facebook – nu eenmaal op grote afstand zitten van Den Haag en niet zelf de nieuwsagenda kunnen bepalen. Zij worden geleid door het journaal, Hart van Nederland en de verslaggeving in Volkskrant en Telegraaf. Hun publicaties over de uitglijders van Balkenende en het gedraai van Wouter Bos worden geciteerd, herhaald, geanalyseerd en becommentarieerd totdat ze een heel eigen leven gaan leiden en de volgende bon mot en faux pas naar buiten komen.

 

Daarbij komt dat veel internetters zelden of nooit hun vertrouwde virtuele omgeving verlaten. Ze hebben hun vaste stekken waar ze hun discussies aangaan met de andere stamgasten – dat hoeven niet altijd medestanders te zijn, want sommige mensen scheppen er ook een soort masochistisch genoegen in om altijd weer dezelfde eindeloze woordenwisselingen met dezelfde vertrouwde tegenstanders te kunnen herhalen. Maar hoe dan ook, de kans is vrij groot dat je in een online discussie vooral bevestigd wordt in je eigen gelijk. Ook dat draagt bij aan het megafooneffect van het internet in het heetst van de campagne.

 

Maar: dit alles neemt niet weg dat sommige politici heel effectief gebruik kunnen maken van het internet. Algemeen wordt aanvaard dat de slimme internetstrategie van Obama een belangrijke rol heeft gespeeld in zijn verkiezing. In zulke strategieën staat meestal niet de inhoud van de denkbeelden centraal, maar wordt internet gebruikt als organisatiekanaal. Wie het slim aanpakt kan tegen lage kosten een organisatie opbouwen die plat is georganiseerd, zijn wortels heeft in de straten en wijken van het land, en die weinig aansturing behoeft. Dat is wat Obama heeft gedaan – en dat is wat we nu, in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen, nog niet hebben gezien.

 

Nog drie maanden – dan mogen we weer naar de stembus. De tijd dringt. De campagnestrategen hebben nog een weekje of wat om de zaadjes neer te leggen voor zo’n grass roots organisatie. Mijn voorspelling: dat gaat ze niet lukken.

 

Dit bericht wordt ook gepubliceerd op de opiniesite van de Volkskrant.

One Comment

  1. Interessante analyse. Denk dat er ook wel eens teveel wordt verwacht van de nieuwe media. Alsof het tovermiddelen zijn. Het gaat uiteindelijk altijd om de inhoud. Welke communicatiemiddelen je ook inzet tijdens een verkiezingscampagne: randvoorwaarde is dat de desbetreffende partij stevig geworteld is in de gemeente met (kandidaat)raadsleden die de visie en plannen van de partij onder het genot van een bakkie koffie of koud biertje uit de doeken kunnen doen op de verjaardag, in de sportkantine, op de receptie of achter het winkelwagentje in de supermarkt. Al het andere – kranten, Twitter, Hyves, flyers, filmpjes, posters en noem maar op – is aanvullend. Een versterking dus, zoals je schrijft.

Comments are closed.