De ombudsman en Wagendorp

Laat ik voorop stellen dat ik het reuze jammer vind dat Bert Wagendorp is vertrokken van het Volkskrantblog. Ik ken hem als een zeer plezierige en professionele  collega, die, anders dan de gang van zaken rond zijn vertrek doet vermoeden, absoluut niet bang is voor kritiek. Ik zal hier zijn argumentatie niet nog eens herhalen; maar nu onze Ombudsman de volkskrantblog-gemeenschap bestraffend toespreekt, is het misschien goed om van de gelegenheid gebruik te maken hoe ik, als oprichter van het Volkskrantblog, tegen deze affaire aankijk.

Toen Bert twee weken geleden bij me kwam om me te melden dat hij ermee ophield, begreep ik hem heel goed. Sommige collega’s hebben meer dan gemiddeld last van een kleine club mensen die elke keer opnieuw op hun stokpaard springen en tot vervelens toe hun argumenten herhalen. De eerste keer kun je meestal goed met ze praten, de tweede keer ook, maar bij de derde keer wordt het al vervelend. Je hebt het idee dat de communicatie alleen maar schijnbaar is, en niet werkelijk. Er wordt niet geluisterd, maar alleen maar gehamerd op het eigen gelijk. En als je dan vervolgens geïrriteerd raakt en weigert de discussie nog verder te voeren, ontpoppen deze op het eerste gezicht redelijke mensen zich als heuse querulanten – als ‘ettertjes’ zeg maar.

Wie niet beroepsmatig gedwongen is om hun schrijverijen tot zich te nemen, blijft daar wijselijk liever verre van; je hebt immers wel wat meer te doen dan altijd dezelfde kapotte plaat af te luisteren. We hoeven ook niet alles te pikken. Wie onder het mom van eerlijke kritiek meent de Volkskrant of zijn redacteuren telkens opnieuw  te kunnen belasteren en de discussie volledig te over te nemen door telkens dezelfde argumenten te blijven herhalen, is hier niet aan het goede adres. Die mensen wil ik van harte uitnodigen op te sodemieteren en te proberen om bij de Telegraaf of NRC een weblog te openen.

Het verwijt dat de Volkskrant niet tegen kritiek kan, vind ik eerlijk gezegd een beetje lachwekkend, als het niet zo’n vaak herhaalde beschuldiging was – overigens altijd door hetzelfde kleine clubje mensen. Ons experiment met het Volkskrantblog is in zoverre uniek, dat geen enkele andere krant in Nederland een podium als dit heeft gecreëerd, met zoveel rechtstreekse mogelijkheden tot communicatie tussen lezer en redacteur. Wie de moeite neemt om hier een tijdje te bladeren, komt veel en harde kritiek op de Volkskrant tegen. Meestal zijn we het niet eens met die kritiek; maar we halen hem niet weg.

Ik denk dat journalisten het zich eigenlijk niet kunnen permitteren om zich aan het publieke debat te onttrekken. Mijn stille wens is dat al mijn collega’s zich op enig moment komen presenteren op het Volkskrantblog. Elke keer dat iemand zich terugtrekt, ervaar ik als een nederlaag. Die collega heeft zich, net als Wagendorp kennelijk, laten leiden door de enkeling die hem het leven zuur heeft gemaakt. Het zet mijn project – dat van het faciliteren van het contact tussen redacteur en lezer – op achterstand.

Mijn eigen verblijf op het Volkskrantblog is geen onverdeeld genoegen. Ik krijg er vaak genoeg ongenadig van langs – net als de Ombudsman overigens. Ik probeer zoveel mogelijk de commentaren en reacties van iedereen te laten staan. Het lukt niet altijd om dat te verwezenlijken. Ik heb mensen geband – omdat ik niet alles hoef te pikken. We moeten als journalist een dikkere huid hebben dan de gemiddelde blogger, maar dat betekent niet dat je álles over je kant laat gaan. Er zijn grenzen.

Ten slotte nog dit. Opnieuw breekt de Ombudsman een lans voor het opgeven van de anonimiteit. Ik herhaal nog maar eens dat ik daarvan geen voorstander ben. En het is ook niet nodig. Het Volkskrantblog is een oase van wellevendheid en rust, vergeleken met veel andere plekken op het internet. De anonimiteit is niet het probleem van het Volkskrantblog – het probleem is hoe we voorkomen dat een klein clubje etters er met ons ideaal vandoor gaat. Tot nog toe slagen we daarin aardig, naar mijn idee – tegenslagen als het vertrek van Wagendorp daargelaten.