Google’s ongelukkige keuzes

Het Volkskrantblog wordt draaiende gehouden met advertentie-inkomsten. Belangrijkste instrument daarvoor is Google. Het niet te vermijden internetconcern exploiteert een reclameconcept dat niet meer weg te denken is: bedrijven kopen advertentie-‘woorden’, die vervolgens worden gebruikt om advertenties te genereren. Die advertenties worden door Google op relevante websites geplaatst.

Voorbeeld: een autodealer koopt bij Google de term ‘auto’, en geeft aan hoe groot zijn advertentiebudget is. Google plaatst tot aan dat maximum advertenties voor die autodealer op sites waarvan het vermoedt dat ze over auto’s gaan: bijvoorbeeld het weblog van een fanatieke autosport-beoefenaar. Google deelt de advertentie-inkomsten met de eigenaar van dat weblog.

Meestal werkt dat goed, maar soms niet: vooral nieuwssites hebben af en toe last van ongelukkige combinaties. Zo ziet de Volkskrant bij een verhaal over de aardbevingsramp in Pakistan of de tsunami in het Verre Oosten liever geen advertenties over levensverzekeringen of toeristische trips naar dat gebied.

Beter gezegd: de Volkskrant plaatst liever helemaal geen advertenties bij verhalen waarin het menselijk leed groot is. De redactie van de Volkskrantsite heeft dan ook altijd de mogelijkheid om de plaatsing van banners bij een bepaald soort artikelen uit te schakelen.

Op het Volkskrantblog kan de Google-keuze evenzeer leiden tot ongelukkige combinaties. Iemand die een hartverscheurend persoonlijk verhaal schrijft over het overlijden van zijn vader, kan het heel goed stellen zonder een Google-advertentie voor uitvaartverzekeringen. Een blogger berichtte over zijn ervaringen in een arm Afrikaans land; naast zijn artikelen stonden advertenties voor groepsreizen naar hetzelfde land.

De ombudsman van de Spaanse krant El País deed deze week zijn beklag bij Google over een wel bijzonder ongelukkige reclame-uiting. De krant schreef over mensensmokkelaars, die steeds grotere boten inzetten om steeds meer migranten de Oceaan over te zetten en zo hun inkomsten zien groeien.

Google vond het nodig om bij dit artikel advertenties te plaatsen voor hypotheken voor immigranten, Europese bootverhuurbedrijven en speciale diensten voor kano’ers.
Hoe ironisch ook, zo’n akkefietje is niet goed voor de geloofwaardigheid van de krant, om nog maar te zwijgen van de pijn die het kan veroorzaken bij de mensen over wie zo’n artikel gaat.

De Ombudsman van El País vindt dat Google beter is in het zoeken op trefwoorden dan in het trefzeker uitzoeken van de juiste advertenties bij artikelen.

Yahoo biedt een soortgelijke dienst aan als Google, onder de naam Overture. Maar gebruikers van deze dienst hebben dezelfde klacht. Het lijkt erop alsof de software die artikelen en advertenties bij elkaar brengt nog wat kinderziektes vertoont.

Er zit een ander verontrustend element aan de Google-marketingstrategie. Eerder deze maand werd bekend dat Google het voortaan ook mogelijk maakt dat adverteerders een specifieke doelgroep aangeven voor hun advertenties. Als de autodealer in het bovenstaande voorbeeld Lada’s verkoopt, is hij misschien niet geïnteresseerd in een plaatsing van een advertentie op de site van een racefanaat, omdat hij weet dat de bezoekers van die site een Lada niet zullen aanschaffen.

Het is weer een nieuwe manier waarop Google zijn inzichten in surfgedrag en bezoekersvoorkeuren te gelde maakt. De al langer levende vragen omtrent de almacht van Google en de privacybescherming worden zo steeds urgenter.

Het Volkskrantblog kan voorlopig niet zonder de Google-advertentie-inkomsten. We worden daar niet rijk van, en ze zijn zeker nog niet zo hoog dat we zouden kunnen overwegen om een vorm van winstdeling in te voeren met de trouwste bloggers. Feitelijk zijn ze net genoeg om de kosten van hardware en onderhoud te dekken. Zouden we die inkomsten niet hebben, dan zouden we uit bedrijfseconomische overwegingen het weblog al hebben moeten opdoeken. Maar het zou ons een lief ding waard zijn als Google wat zorgvuldiger zou kunnen zijn in de keuze van zijn advertenties.