Een ‘hoerig’ beroep

Koning Blog is geen journalist, schrijft Peter Vasterman op deze pagina’s (Forum, 11 oktober). Bloggers presenteren geen feiten, alleen maar meningen, en laten zich niks gelegen liggen aan journalistieke codes. Ze publiceren meestal anonieme en oncontroleerbare ervaringen. Kortom, ze dragen helemaal niet bij aan een beter begrip van de samenleving, en kunnen de professionele journalist op geen enkele manier behulpzaam zijn bij de uitoefening van zijn vak.
Oei, stevige taal van Vasterman, ‘verbonden’ aan de masteropleiding Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Komt hij er wel goed mee weg?
Niet bij de schrijvers op het Volkskrantblog, het open weblogsysteem van de Volkskrant. Ze zeggen dat Vastermans kritiek hen koud laat, maar ondertussen reageren ze massaal. Bijvoorbeeld Lodewijk Stegman: hij pretendeert helemaal geen journalist te zijn, sterker nog, hij wíl helemaal geen journalist zijn, want dat is een beetje een ‘hoerige’ professie. En hij vindt het wat merkwaardig dat Vasterman zo de nadruk legt op de objectiviteit en op de feitenverzameling; want feiten zijn alleen maar relevant in hun onderlinge samenhang. Daarvoor is interpretatie nodig, en dus een mening. Werkelijke objectiviteit bestaat helemaal niet, niettegenstaande het betoog van Vasterman.
Een blogger die publiceert onder de naam ‘Solvejg’ schrijft ‘als wetenschapper’ geneigd te zijn ‘de meningen en verhalen van webloggers niet in eerste instantie als bron te nemen […] maar ook journalisten tracht ik te controleren op de waarheidsgetrouwheid van hun verhalen. Journalisten zijn ook maar mensen en ook zij zullen niet om hun subjectieve benadering heen kunnen, ook al doen ze nog zo hun best om objectief verslag te doen.’
‘Sjaalman’ reageert op Solvejgs betoog met een verwijzing naar een debat van de journalistenvakbond NVJ, op 5 oktober, over het webloggen. Volgens Sjaalman moeten veel journalisten ‘het medium weblog als bron nog ontdekken/leren waarderen’. En hij vervolgt: ‘Een weblog is niet betrouwbaar, want deze voldoet minder aan de journalistieke norm van betrouwbaarheid dan de traditionele bronnen (politici, persvoorlichters, onderzoekers etcetera). Dat ook deze traditionele bronnen het liefst hun eigen waarheid naar buiten brengen wordt vaak onderschat in het betrouwbaarheidsvraagstuk.’
Ik ben in ieder geval wel erg blij met de lof van Vasterman. Hij noemt het Volkskrantblog, het open weblogsysteem waar iedereen aan kan deelnemen, een ‘mooi initiatief’. Ook zijn aanname dat het ‘vermoedelijk de betrokkenheid van internetters bij de krant vergroot’ en meer jongeren naar de Volkskrant-gemeenschap trekt, kan me wel bekoren.
Maar daar houdt mijn vreugde wel ongeveer op. Hij reageert op een stuk dat collega Engelsma en ik eerder schreven (Betoog, 17 september). Toen ik Vastermans artikel had gelezen, bleef mij slechts de innige hoop over dat hij anders lesgeeft dan hij schrijft; anders vrees ik het ergste voor deze beroepsbroeders in spe. Want Vasterman simplificeert, verdraait onze argumenten, en selecteert op een wel heel willekeurige manier uit de feiten.
Ons betoog kwam erop neer dat de journalistiek, met name die in de kwaliteitskranten, in grote problemen verkeert door nieuwe technologische ontwikkelingen, een veranderend mediagebruik, en een toenemend wantrouwen tegen de verslaggeving door de massamedia. Wij journalisten hebben nog geen afdoend antwoord gevonden. Wij zijn begonnen met het Volkskrantblog als een experiment, als een test om te kijken of we de groeiende kloof tussen lezer en schrijver zouden kunnen overbruggen. We wezen in ons artikel op de toenemende invloed van webloggers op het publieke debat in andere landen, en hebben daarbij vooral de Verenigde Staten en Zuid-Korea genoemd. En we hebben gezegd dat deze webloggers met journalistieke pretenties ook wel ‘citizen-journalists’, ofwel burgerjournalisten worden genoemd.
Wat maakt Vasterman ervan? Dat er in onze visie sprake is van ‘journalistiek’ als webloggers hun mening online zetten. En dat wij denken dat er professionaliteit niet nodig is om journalist te zijn. Gelukkig kon hij deze uitspraken niet versieren met citaten uit ons betoog, anders had ik me zorgen moeten maken.
Vasterman simplificeert. Waar het ons om gaat in het Volkskrantblog is de kloof tussen onze lezers en sitebezoekers enerzijds en de klassieke krant met zijn professionele redactie anderzijds te verkleinen. We hopen dat dat uiteindelijk ook leidt tot betere journalistiek; maar een garantie daarvoor hebben we natuurlijk niet. Het zou werkelijk onzin zijn, en naïef, om te geloven dat webloggers het werk van 200 door de wol geverfde professionele journalisten kunnen vervangen. Dat is ook een miskenning van wat er op het Volkskrantblog gebeurt.
En de voorbeelden dan die Vasterman aanhaalt? Die zijn wel heel oubollig, selectief, en bovendien niet actueel. Kort na het begin van het openbare weblog hadden we een discussie over het gebruik van de volledige namen van verdachten. Dat speelde zich drie weken geleden af. Met welgeteld één weblogger van de inmiddels duizend die er actief zijn op het Volkskrantblog hebben we zo’n probleem gehad. Dat heeft precies één dag geduurd. Dit voorval was aanleiding tot een interessante discussie, hier op de redactie, over de mate van vrijheid die we webloggers geven.
Natuurlijk is niet alles van heel hoge kwaliteit; maar tussen de meer dan vijfduizend stukken die inmiddels zijn gepubliceerd, bevinden zich talloze die heel goed in de Volkskrant zouden passen. Bijvoorbeeld deze, de hoogst gewaardeerde bijdrage van de week: ‘Basis’ schrijft over een telefoongesprek met zijn 79-jarige oma. ‘Er wordt mij nog verteld dat ik wel eens op mag schieten met achterkleinkinderen, want “ik word er ook niet jonger op” en we hangen op. Ik heb geen woord gezegd.’

Update 1
Nu is er op dit weblog ook iemand actief die zich Joris Ymandt noemt, maar (namens Peter Vasterman?) een verdediging op alle reacties publiceert.

Update 2
De hele bijdrage van Vasterman is door ‘anoniem’ gekopieerd en als reactie bij dit stuk geplaatst.